In de rouw (vervolg)

Je weet eigenlijk niet goed, wat je doen moet, als je in de rouw bent. Doe je gewoon, dan zeggen de mensen: “Nou moet je eens zien, je kunt helemaal niet merken dat zij (hij) iemand verloren heeft.” Blijf je thuis en ben je verdrietig, dan zeggen de mensen: “Kom op, je moet er eens uitgaan, dat is goed voor je!” Je voelt je zo vreselijk alleen staan, zeker als je geen kinderen of vertrouwde mensen om je heen hebt staan.

Je weet eigenlijk niet goed, wat je doen moet, als je in de rouw bent. Doe je gewoon, dan zeggen de mensen: “Nou moet je eens zien, je kunt helemaal niet merken dat zij (hij) haar man (zijn vrouw) verloren heeft.” Blijf je thuis en ben je verdrietig, dan zeggen de mensen: “Kom op, je moet er eens uitgaan, dat is goed voor je!” Je voelt je zo vreselijk alleen staan, zeker als je geen kinderen of vertrouwde mensen om je heen hebt staan.

Eenzame vogelDe mensen zeggen zo gemakkelijk – als om te troosten (maar meer om hun eigen geweten te sussen!) – “Je moet straks maar eens langs komen hoor! Bij ons ben je altijd welkom!” Maar als je dat dan een paar keer gedaan hebt, voel je je overbodig, een indringer.

Als weduwe of weduwnaar word je ook in een bepaalde hoek gedrongen. Je raakt veel contacten kwijt. Mensen, die vroeger nog wel bij je kwamen, toen je man of vrouw nog leefde, blijven nu weg. Want “men zou wel eens wat kunnen denken”. Geen wonder, dat vele door rouw getroffenen zich maar liever afsluiten van de “wereld”. Ze ontvangen daar toch geen begrip.

Naast de sociale noden lijdt iemand die rouw verwerken moet ook vaak aan geestelijke nood.

Schuldgevoel bijvoorbeeld. Dat je nu niets meer goed kunt maken aan die ander. Of dat je niet dankbaar genoeg bent voor wat de ander jou geschonken heeft. Een bejaarde vrouw, die juist haar man verloren had, zei eens tegen me: “Op mijn leeftijd moest ik eigenlijk dankbaar zijn en blij. We hebben samen nog zo’n lang en goed leven gehad. Velen moeten elkaar al veel eerder missen.” Maar zo voelt het niet, dankbaar en blij. Integendeel, je voelt je ellendig en alleen (in de steek) gelaten. En dat wrikt. Je gaat je schuldig voelen. Wat je verstandelijk zegt en wat ook heel logisch klinkt (iedereen zal het beamen) hoeft nog niet in overeenstemming zijn met je gevoel. En wat andere mensen tegen je zeggen zal ook heel vaak je gevoel niet kunnen raken. En daarom heb je er vaak niets aan. Integendeel, je ergert je. En dat mag je nog niet eens laten merken ook! Bijvoorbeeld als ze tegen je zeggen: Kop op, moet je eens naar die en die kijken, die is er toch ook doorheen gekomen! Of: Je moet maar vertrouwen, het komt allemaal wel weer goed. Soms wijst iemand naar God: Hij weet wat goed voor je is. Om uit je vel te springen! Wat heb je er aan, wanneer mensen jouw verdriet vergelijken met dat van een ander en er dan ook nog God bij halen! Terwijl God op dat moment zo ver van je verwijderd is en je je misschien wel afvraagt of Hij nog bestaat, als er zulke verschrikkelijke dingen gebeuren. Je zou je dan ook nog schuldig moeten voelen, dat je te weinig geloof meer hebt!

Nee, je hebt meer aan mensen, die niet met goedbedoelde adviezen komen, maar bij wie je je geborgen voelt. Mensen, die je gewoon laten zijn wie je op dat moment bent, met al je twijfels en schuldgevoelens. Zij hoeven je niet te vertellen, dat je “gelukkig geen financiële zorgen hebt” of “dat de kinderen voor zich zelf kunnen zorgen” of “dat je gelukkig het huis niet uit hoeft” en zo veel meer! Alsof het zó al niet genoeg is!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *