Spreken met andere tongen

“En zij werden allen vervuld met de heilige geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de geest het hun gaf uit te spreken.”

BijeenkomstHandelingen 2, 4
“En zij werden allen vervuld met de heilige geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de geest het hun gaf uit te spreken.”

Het heeft lang geduurd, eer de Messias kwam. In het Oude Testament is de komst van de Messias al aan verschillende mensen beloofd. Aan Abraham en aan koning David en aan de profeten en door hun mond aan het volk van Israël. Vele eeuwen hebben ze daar op moeten wachten! Toen het dan tenslotte zo ver was -Jezus was gekomen- toen begrepen de meeste mensen niet, dat Hij de Messias was.

Tussen de belofte van de Heilige Geest en Zijn komst verliepen slechts enkele dagen. Jezus had vóór Zijn sterven herhaaldelijk op de komst van de Trooster gewezen. Die Geest was voorzegd, denk maar aan de woorden van Jezus: “Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar gij kent Hem, want hij blijft bij u en zal in u zijn” (Joh.14, 16-17). Jezus belooft de discipelen en ook ons een Geest, Die is als een Trooster, Die bij ons en in ons is, Die ons leert en ons alles te binnen brengt wat Jezus geleerd heeft, Die van Jezus getuigt en óns overtuigt van zonde, een Geest, Die ons in alle waarheid leidt en Jezus verheerlijkt.

Zo lang die Geest er nog niet was, was het stil in Jeruzalem. De apostelen zaten ergens in een bovenzaal, maar kwamen er niet toe het Evangelie te verkondigen. Zij waren als verlamd, voor zich uit starend, volkomen naar binnen gekeerd. Ja, zo lang Jezus nog bij hen was geweest, in de veertig dagen na Pasen, zo lang zij nog contact met Hem hadden vóór Hemelvaart, toen ging het nog wel. Maar nu Jezus definitief was heengegaan, nu wisten zij het niet meer en voelden zij zich volkomen verloren. Gelukkig gaat God wel door met Zijn geschiedenis, ook als mensen het niet meer zien zitten. Misschien komt Gods heerlijkheid wel sterker op ons af, juist als wij er geen zicht meer op hebben.

Het werd Pinksteren! Gods natuur stopt niet, de tarweoogst volgt op de gersteoogst. Dat werd vanouds met Pinksteren gevierd. En bij drommen komen de mensen naar Jeruzalem, om het offer van de tarweoogst te brengen: twee broden van het nieuwe koren. Zelfs uit de diaspora waren ze gekomen: uit Klein-Azië, het huidige Turkije, en Griekenland en Kreta. Van heinde en verre kwamen de Joden naar “huis” om het oude verbondsfeest te vieren. Samen zouden ze herdenken, hoe God Zijn verbond gegeven heeft op de Sinai. Is het niet typerend voor Gods leiding in de wereld, dat Hij juist op dit aloude feest Zijn Geest uitstort? Juist op zo’n moment, waarop massa’s mensen in Jeruzalem aanwezig zijn? Mensen, bijeengekomen uit heel de toenmalig bekende wereld? Ja, en dan ook nog op de eerste dag van de week, net als bij Pasen, om er ons op te wijzen, dat de zondag voor God een heel bijzondere dag is, ja Zijn dag!

Hoe weten we eigenlijk, dat het op zondag was, dat de Heilige Geest is uitgestort? Dat kunnen we opmaken uit de oude Joodse wetgeving van Leviticus 23, vs.15:  “Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat, zeven volle weken zullen het zijn, tot de dag na de zevende sabbat zult gij tellen.” – en dat is dus zondag! “50 dagen, dan zult gij een nieuw spijsoffer de Here brengen.” Tussen Pasen en Pinksteren liggen dus precies 7 weken en Pinksteren is de 50e dag na Pasen. En omdat Pasen en Pinksteren op zondag vallen, moeten wij op elke zondag de gedachtenis aan Pasen en Pinksteren in ere houden! We heiligen de zondag dus niet alleen vanuit het vijfde gebod, maar juist ook om de reden, die ik daarnet genoemd heb.

“En zij waren allen tezamen bijeen.”

Zo horen we in Handelingen 1. Niet alleen op één plaats, maar ook eensgezind, eendrachtig. Daar begint eigenlijk het wonder van Pinksteren al: dat de discipelen samen eensgezind op éénzelfde plaats in afwachting waren van het grote gebeuren dat komen zou! Dat was vroeger wel eens anders geweest! Want ook in de discipelenkring was er nog wel eens ruzie en jaloezie. Een man als Petrus bijvoorbeeld speelde graag haantje de voorste. In de Gemeente en de Kerk komen we dit ook nog wel eens tegen, helaas. Maar nú is het anders bij de discipelen. In de laatste tijd hadden zij al meer samen met elkaar gebeden en elkaar lief gekregen. God had hen daardoor als ’t ware toebereid om de Heilige Geest te ontvangen. Want de Geest kan niet komen daar waar ruzie en betweterij is. Daarom is het van belang, willen wij Pinksteren vieren, dat we eendrachtig zijn en elkaar liefhebben, dat er rust en vrede is. Paulus zegt het zo: …niet lettend op eigen belang, maar op dat van een ander, elkaar liefhebbend, de een de ander hoger achtend dan zich zelf.” Dat is de ware Pinkstergeest!

“Eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het hele, waar zij gezeten waren…”

Zo maar ineens, als een donderslag bij heldere hemel. Een windvlaag, je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar die vandaan komt. Hij vervult het hele huis, ja waarschijnlijk de hele stad, maar in ’t bijzonder het huis van de discipelen. Het had ook de bedoeling, dat de mensen naar dat huis zouden komen om naar de bedoeling van die windstorm te vragen. Petrus zou het dan vertellen en zó de mensen tot geloof brengen.

“En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de geest het hun gaf uit te spreken.”

“Tongen als van vuur”. Hoe moeten we dat zien? Je zou kunnen denken aan de vlam van een kaars, die een beetje op een tong lijkt. Hoe dan ook, God gaf duidelijk een zichtbaar teken van de aanwezigheid van Zijn Geest. Johannes de Doper had hier al over gesproken: “Hij zal u met de Heilige Geest dopen en met vuur!” Met de Heilige Geest als met vuur! De aanwezigheid van God wordt in de Bijbel dikwijls met vuur aangegeven. Denk aan Mozes en het brandende braambos, Ezechiël met de brandende kolen, Jesaja aangeraakt door een gloeiende kool. God is als een verterend vuur, zo is ook de Heilige Geest. Dit vuur verscheen in “tongen”, iedereen kreeg er van mee, niemand uitgezonderd. Gods genade is er voor iedereen, daar worden geen mensen buitengesloten! De tongen waren verdeeld, de genade van God wordt dan ook door iedereen op eigen wijze ervaren, en toch bleven zij allen een drachtig! Wat jammer toch, dat we in de Kerk die eendracht kwijt zijn. Met Pinksteren, het geboortefeest van de Kerk, ervaren we dit als een pijnlijke wonde. We zijn teruggevallen in het tijdperk van de torenbouw van Babel. De één bouwt een nog hogere toren dan de ander! Maar God gooide ze om en verdeelde toen de talen. Toen waren de mensen in zekere zin ook het contact met God kwijt. Met Pinksteren heeft God dat contact gelukkig weer hersteld. Opnieuw door verdeling van de tongen en talen, maar nu om ze tot eendracht te brengen, om alle volken eendrachtig te scharen rondom de Goede Herder. Daarom is Pinksterfeest ook het feest van de Zending. Om het geloof uit te dragen, wereldwijd, hiertoe werden zij allen vervuld met de Heilige Geest. God Zelf legt beslag op de mensen. Geen toren van Babel, al is hij nog zo hoog, kan Gods aanwezigheid te niet doen! Geen wonder, dat de mensen andere talen begonnen te spreken. Gods genade is zo overvloedig dat Zijn Evangelie in één taal niet is te vertellen…

…en zij begonnen met andere tongen te spreken…

Er gebeurde iets wonderlijks met die discipelen en met al die mensen, die daar samen waren. Zou dat ook aan óns kunnen gebeuren? Nu wij Pinksteren vieren? Ja, ik denk van wel. Pinksteren confronteert ons met onszelf. Met onze onmacht, moedeloosheid, angst, uitzichtloosheid, onze menselijkheid, onze maakbare wereld (tot in het virtuele toe). Vanuit dit bestaan van ons is Pinksteren een vreemd feest, we weten er eigenlijk niet zo goed raad mee. Het is zo ongrijpbaar, zo wonderlijk. Van Kerst kunnen we nog wel een vredesfeest maken, en van Pasen een overwinningsfeest (op de dood), maar wat moet je met Pinksteren? Dat is niet te vermenselijken, naar ons toe te halen binnen onze wereld. Want Pinksteren is het feest, dat zo helemaal alleen door God hier op aarde gebracht wordt. De mens heeft daar geen aandeel in, hij kan het alleen maar dankbaar naar zich toe halen.

Als Gods Geest in ons persoonlijk en over ons als Gemeente en Kerk vaardig wordt, dan worden wij ontmaskerd, dan blijkt hoe ontstellend broos wij zijn, een geraamte zonder vlees, als het dal van de doodsbeenderen uit Ezechiël 37. Als Gods Geest met Zijn zuiveringsactie begint, dan blijkt hoe arm ons christendom is, een omgekeerde, een onbekeerde zaak, een perversie. Wij leggen beslag op Jezus en Zijn zaak in plaats van andersom: een beslag van Jezus op onze zaak. Wij misbruiken het Evangelie voor ónze doeleinden en spelen de ene tekst tegen de andere uit. Wij zaaien verdeeldheid in de Kerk in plaats van de eenheid te zoeken. Wij zijn er de oorzaak van, dat buitenstaanders het Evangelie niet meer kunnen begrijpen. Hoe durven wij dan te zeggen: Pinksteren is zo ongrijpbaar, zo al te wonderlijk! Wij zelf zijn ongrijpbaar, wij zelf handelen zo wonderlijk in Gods oog. Wij zelf zijn vervreemden in Gods wereld! Totaal de weg kwijt! Niet het Pinksterfeest is ongrijpbaar, wij zijn het! Wij laten ons niet meesleuren door de windvlaag, die geweldige wervelstorm, waarmee God ons stoffige leven zuiveren en vernieuwen wil.

Spreken met andere tongen, dat is bekering. De Geest Zijn werk laten doen in jouw leven. Wat er dan gebeurt? Dat is met geen pen te beschrijven. Dan komen mensen in beweging, dan zie je Kerken naar elkaar toekomen, dan worden ruzies bijgelegd, vijanden verzoend, lange tenen ingekort. Dan wordt er gedeeld en uitgedeeld tot aan de einden der aarde. Dan zie je vruchten van waarachtig geloof. Je merkt het aan de mensen, als ze aangeraakt zijn door de Geest. Je denkt en spreekt en handelt gewoon in een andere “taal”. Je wordt van Boven aangestuurd. Dat is heel wat anders dan torens van Babel bouwen! Je spreekt de taal van liefde, vergeving en verzoening. Dat voelt o zo goed! Daar kan geen menselijke instelling tegen op! Het begint met Pinksteren en eindigt in de hemel.

Amen.

2 gedachten over “Spreken met andere tongen”

  1. Beste Martin, ja, dat kan ik beamen: Uw wil geschiede! Meestal bidden wij vanuit ónze wil, maar ’t moet gaan om Gods wil! Uw wil geschiede, Amen! Ds.Kroes.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *