Waar anders halen we de kracht om te troosten vandaan, als we zelf niet getroost worden door de Grote Trooster?
In de eerste plaats zijn daar de Psalmen: liederen en gebeden van mensen heel lang geleden, die het ook hebben meegemaakt wat wij moeten meemaken. Echte hartenkreten, uit het leven gegrepen. Ik noem u enkele:
Psalm 23:
“Zelfs al ga ik door een dal der schaduwe des doods, ik vrees geen kwaad,
want Gij zijt bij mij, Uw stok en Uw staf die vertroosten mij”
Psalm 27:
“Hoor, Here, hoe ik luide roep, wees mij genadig en antwoord mij.
Gij waart mijn hulp, verwerp mij niet en verlaat mij niet!”
Psalm 31:
“Bij U, Here, schuil ik, laat mij nimmer beschaamd worden…
Mijn tijden zijn in Uw hand.”
Psalm 42:
“Mijn tranen zijn mij tot spijze dag en nacht. Wat buigt ge u neder,
o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God!”
Psalm 46:
“God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp
in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vrezen. de Here der heerscharen is met ons.”
Psalm 71:
“Bij U, Here, Schuil ik. Laat mij nimmer beschaamd worden. O God, wees niet verre van mij; mijn God, haast U mij ter hulpe.”
Psalm 73:
“Nochtans zal ik bestendig bij U zijn. Gij hebt mijn rechterhand gevat. Wie heb ik nevens U in de hemel? Het is mij goed om nabij God te zijn.”
Psalm 84:
“Welzalig de mens, wier sterkte in U is. Zij gaan voort van kracht tot kracht. Welzalig de mens, die op U vertrouwt!”
Psalm 90:
“Here, Gij zijt ons een toevlucht geweest van geslacht tot geslacht. Leer ons zo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen en bevestig onzer handen over ons.”
Psalm 121:
“Mijn hulp is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft. De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid.”
Psalm 130:
“Uit de diepten roep ik tot U, o Here, Here, hoor naar mijn stem. Bij U is vergeving… Bij Hem is veel verlossing.”
Oudtestamentische:
Prediker 3, 1-8; Jesaja 40 en 54,10; Job 11,7:
“Kunt gij de geheimen van God doorgronden, de Almachtige doorgronden ten einde toe?”
Ja, en dan zijn er veel troostwoorden in het Nieuwe Testament. Slechts enkele noem ik u. U doet er goed aan de teksten zelf even op te zoeken.
Mattheüs 5, 4:
“Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden.”
Dat wil niet zeggen, dat het goed is om verdriet te hebben. Dat begrijpt u wel. God wil ons toch niet expres verdriet aandoen? Maar het betekent veeleer troost: dat degene, die weeklagen, huilen, treuren, troosters zullen vinden, u en mij en bovenal de Grote Trooster! Zij die treuren worden “zalig” genoemd, omdat ze getroost worden.
Mattheüs 10, 29-30, 38-40, 42. Mattheüs 11, 28-29:
“Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt…”
Mattheüs 25, 38-40:
“In zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders gedaan hebt, hebt gij het Mij gedaan.”
Lukas 18, 7-8:
“Zal God dan Zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat Hij hen wachten?”
Rom.8, 31-35 en 37-39. 1 Kor.15 en natuurlijk ook 1 Kor 13:
het loflied der liefde.
2 Kor.4,16 – 5,10:
“Daarom verliezen wij de moed niet”
“Mijn genade is u genoeg.”
1 Thess.4, 13-18: Phil.4, 4-7:
“Weest in geen ding bezorgd.”
Jak.5, 13-18 Hebr.13,5:
“Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.”
Openb.21,1-7:
“Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen…en de dood zal niet meer zijn.”
Ook het Liedboek der Kerken bevat sterke woorden van troost:
Gez.267; 390,3:
“Ik weet, aan Wie ik mij vertrouwe.”
Gez.398 en vele anderen.
Vergeten hoeven we ook niet de oude liederen, die van Johannes de Heer en zo.
Veilig in Jezus armen.
Vaste rots van mijn behoud.
Als gín nood gezeten.
’t Scheepken onder Jezus’ hoede.
Ga niet alleen door het leven.
Ik heb geloofd en daarom zing ik.
Heer, ik hoor van rijke zegen.
Ga mij niet voorbij, o Vader.
Alle roem is uitgesloten.
Welk een vriend is onze Jezus.
Beveel gerust uw wegen.
Zingen is vaak nog troostrijker dan spreken! Samen zo’n oud lied zingen!