De troost van de levenslooptuin

Op een luisterende novemberdag volgde ik de meanderende beek in de levenslooptuin. Het water was traag in beweging, een neerdwarrelend blad liet zich zoetjes meevoeren. Ik keek naar de handen: de handen in vertwijfeling, de gebalde handen, de gevouwen handen. Nadenkend schoof ik op de bank en keek naar eigen handen; ze leken de gebaren te herkennen.

LevenslooptuinBenno en ik delen iets wat niet in woorden is te vatten. Benno is één van de twee beheerders van de begraafplaatsen in de gemeente Kampen. Hij is ook het bezielend hart van deze stilteplekken. Ik ontmoette hem voor het eerst toen ik een serie schreef over de hier gelegen begraafplaatsen. Het klikte; soulmates, zoals hij zei. En toen het grote verdriet in ons gezin kwam, ondervond ik praktische steun van hem. ‘Ik zal de begrafenis doen, ook al moet ik er voor van vakantie terugkomen.’

Toen ik hem weer eens sprak liet hij weten rond de aula op de oude begraafplaats van Kampen een levenslooptuin te willen aanleggen. Het leek hem zinvol bezoekers aan het denken te zetten, misschien zo ook te mogen troosten. In kleurige woorden deed hij de plannen uit de doeken. Ik luisterde met een half oor, want concentreren was nog moeilijk. Tot er een mailtje kwam met een bijlage. ‘Wil je hier eens naar kijken? Het is een brochure voor scholen, waarin we leerlingen uit de hoogste klassen uitnodigen voor een gang door de levenslooptuin. Een goede gelegenheid om in gesprek te raken over leven en dood.’ De bijgevoegde tekst was spreektaal. Er moest aan gesleuteld worden en op een donkere middag schoof ik in het kleine kantoor op de begraafplaats achter de computer en probeerde met veel geduld zinnen om te bouwen, soms ook stukjes te herschrijven. Toen was het gereed. We waren beiden tevreden.

Op een grote voorname steen, ooit sierde deze het graf van een predikant, moest de uitleg van de levenslooptuin worden gebeiteld. Vijf bordjes met teksten, die vertelden over de verschillende fasen van het leven, waren nodig ter ondersteuning. Of ik daar voor wilde zorgen? Het woog zwaar, ik schoof het voor me uit. ‘Is er ook een deadline?’, mailde ik. De boodschap terug was helder: ‘Op een kerkhof is geen deadline.’ En door die humoristische opmerking werd mijn blokkade opgeheven. Het is een algemeen kerkhof, de woorden moesten voor ieder toegankelijk zijn. Bij een glas wijn schreef ik binnen een half uur alle teksten.

Levensweg
In een korte wandeling rond de aula zijn de symbolische fasen van het leven weergegeven. De natuurlijke gang van het water in de beek staat voor het leven zelf. Ook de beplanting wordt hierin betrokken. Van pril en laag (geboorte) naar beplanting in opgaande groei (ontwikkeling), die overgaat in onstuimig en ongeordend groen (tegenslagen). In de aanwezige beelden zal de wandelaar bij enig nadenken veel herkennen.

Geboorte
Van onder de ruwe ongevormde steen zoekt het water een weg. Het leven begint, de nog ongevormde mens zal zich vormen naar lichaam en geest.

Groei en ontwikkeling
De mens opgenomen in het leven krijgt steeds meer vorm. Groei van lichaam, groei van geest. Zelfkennis, een voortdurend proces.

Tegenslagen en voortijdig wegvallen
De belemmeringen voor het water in dit gedeelte van de beek symboliseren tegenslagen in het leven. Soms zelfs stopt de waterstroom en sterft de mens voortijdig.

Sterven
Het water stroomt hier in de grond, de beek houdt op. Hier eindigt het leven van de mens en moet hij niet alleen zijn dierbaren loslaten, maar ook het leven zelf.

Gedenken en overdenken
Ieder mensenleven ligt tussen geboorte en sterven. Aan het eind van deze symbolische levensweg is het goed dierbaren te gedenken en het eigen leven te overdenken.

Beelden, er moesten beelden komen en daartoe werden de bewoners in een huis-aan-huis krant opgeroepen voorstellen in te dienen. De reacties waren even talrijk als ontroerend.

Op een vroege voorjaarsdag, bij het uitbotten van het eerste groen, namen Benno, Aletta en ik de voorstellen door. Aletta is uitvaartleider en een fijne vriendin van ons beiden. Na veel wikken en wegen werd gekozen voor handen in alle veelzeggendheid. Tot slot kwam er een grote tafel met aan weerszijden gastvrije banken, bezoekers konden daar in alle rust hun gedachten laten gaan. En mochten er tranen vallen, ook dat kon, want de pergola bood voldoende beschutting. En hiermee was de levenslooptuin gereed en was er een prachtige stilteplek geboren.

Op een luisterende novemberdag volgde ik de meanderende beek in de levenslooptuin. Het water was traag in beweging, een neerdwarrelend blad liet zich zoetjes meevoeren. Ik keek naar de handen: de handen in vertwijfeling, de gebalde handen, de gevouwen handen. Nadenkend schoof ik op de bank en keek naar eigen handen; ze leken de gebaren te herkennen. Mijn blik dwaalde over de begraafplaats met bijzondere monumenten en onopvallende gedenktekens, bedekt door vallend blad. Eindigheid èn eeuwigheid leken elkaar te raken…

Aly Brug.

(Eerder gepubliceerd in Centraal Weekblad.)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *