De begrafenis

Op de begraafplaats bevangt je een gevoel van rust en dankbaarheid. Dat zal wel voor iedereen verschillend zijn, maar ik zelf krijg meestal dat gevoel. Het is de rustplaats van de doden. Zelf mag ik er ook eens rusten van al mijn werken en zorgen. Die rust heeft ook te maken met gerustheid. Dat je er gerust op kunt zijn, dat alles goed met je komt.

GrafsteenOp de begraafplaats bevangt je een gevoel van rust en dankbaarheid. Dat zal wel voor iedereen verschillend zijn, maar ik zelf krijg meestal dat gevoel. Het is de rustplaats van de doden. Zelf mag ik er ook eens rusten van al mijn werken en zorgen. Die rust heeft ook te maken met gerustheid. Dat je er gerust op kunt zijn, dat alles goed met je komt. Als ik de graven langs loop en de namen in mij opneem, hoor ik de stemmen van het Evangelie. Zij spreken van opstanding en eeuwig leven. En dan zie ik beelden van de jongste dag en ik hoor het geweldige geluid van de bazuinen klinken! Dat stelt mij gerust: ook deze dodenakker zal schouwplaats van Gods oneindige genade worden. U en ik en al die mensen die daar liggen zullen er getuige van mogen zijn, zij zullen daaraan deelnemen! Eens als de bazuinen klinken! Zalig de doden, die in de Heer sterven! De rustplaats wordt woonplaats, in afwachting van de grote dingen die komen gaan. Wij gaan ten hemel in en erven Koninkrijken! Dat maakt je dankbaar en blij, in weerwil van alle verdriet en de vele tranen, die meegebracht worden naar het kerkhof. Het is volbracht… Wij dragen de dierbare dode op aan de Heer van het Leven. Hij zal verder voor haar of hem zorgen. Het is goed zo, ik weet aan Wie ik hem of haar en ook mij zelf kan toevertrouwen, al wisselen ook dag en nacht. Ik ken de rots waarop ik bouwe, hij feilt niet, die uw heil verwacht.

Eens aan de avond van mijn leven
Breng ik, van zorg en strijden moe,
Voor elke dag, mij hier gegeven,
U hoger, reiner loflied toe.
 (Gezang 390, 3)

Als we ons dan opgesteld hebben rondom de geopende groeve, vraagt de uitvaartleider of er nog iemand wat zeggen wil. Meestal is er niemand. Toespraken worden tegenwoordig vóór de rouwdienst in de kerk of het zaaltje gehouden. En dat is goed zo, want op de begraafplaats gaan de meeste woorden verloren op het ruisen van de wind of het geraas van het snelverkeer.

Wenst niemand het woord, dan geeft de begrafenisdienaar (zo wordt hij ook wel genoemd; in Zeeland: “lijkdienaar”) een knikje naar de dominee. Deze spreekt de begrafenisformule uit, terwijl de kist zakt. Het zijn twee elementen, die om nadere uitleg vragen.

Vanouds worden bij de teraardebestelling door de predikant de volgende woorden gesproken:

“Daar het de almachtige God behaagd heeft deze onze gestorven broeder/zuster tot Zich te nemen (of: uit dit leven weg te roepen), zo bestellen wij zijn/haar lichaam ter aarde – aarde tot aarde, as tot as, stof tot stof – ziende op Hem, Die gesproken heeft:”

 Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven,
ook al is hij/zij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft,
zal in eeuwigheid niet sterven
(Johannes 11, 25-26).

Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste en de levende 
en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden,
en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk

(Openbaringen 1, 17-18).

Nu hebben vandaag veel mensen moeite met deze traditionele begrafenisformule, omdat hier zo vanzelfsprekend wordt uitgegaan van Gods wil, ja zelfs van Zijn behagen. Wij, die vandaag meer geconfronteerd worden met de verschrikkingen van de dood dan met het natuurlijke einde van het leven, kunnen dat de “oude vaderen” niet meer zo gemakkelijk nazeggen. Bij de dood, die vaak zo verschrikkelijk komt, spelen zoveel andere machten mee, zoals kwaad, geweld, onzorgvuldigheid van mensen, duivelse machten, natuurelementen en ga zo maar door. Daarbij komt, dat ook het geloof van mensen, ja ook van de overledene, niet meer zo vanzelfsprekend vóórondersteld mag worden, zoals dat vroeger nog gebeurde, toen praktisch iedereen bij de kerk behoorde en dus verondersteld werd te “geloven”. Wie in Mij gelooft, zal leven. Die zal God ook tot Zich nemen. In dat geval kunnen we zeker van Gods welbehagen spreken, Zijn genade die onze dood overwint.

Volgende week hoop ik nog wat nader hierop terug te komen.

2 gedachten over “De begrafenis”

  1. Het praat allemaal zo gemakkelijk,maar de werkelijkheid is vele malen erger.
    Als ik naar het kerkhof ga overheerst bij mij de woede waarom mijn geliefde sterven moest terwijl ik er naar verlangde.
    Ben ik op deze manier gestraft. X(
    Heb drie keer geprobeerd te sterven op mijn manier,maar hij die de DOOD brengt slaat mij steeds over,waarom?

    liefs Klaas

  2. Beste Klaas,
    Ik kan me je woede begrijpen.Het spel van de dood is ook niet te begrijpen en is meestal gruwelijk en onrechtvaardig.Voor jou is de tijd nog niet gekomen. Wie weet zit daar een bedoeling achter? Probeer je leven zinvol te maken, met de inhoud die onze Heer Jezus er aan gegeven heeft.Gode bevolen!@ Ds.Kroes.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *