Luther VI – Het humanisme

Erasmus is niet meegegaan met de Reformatie. Hij vond het optreden van Luther veel te drastisch. Hij heeft nog wel geprobeerd te bemiddelen, maar tenslotte kon hij zich toch niet van de oude kerk losmaken. Veel van zijn gedachtegoed vinden we wel bij Luther terug. Wat Erasmus bijvoorbeeld zegt over het wezen van de Heilige Schrift, over haar betekenis voor het tijdelijke en eeuwige leven, is echt Luthers.

Erasmus door Hans Holbein de JongereIn de tijd van Luther werd de theologie beheerst door het zogenaamde Thomisme. Daarmee wordt de leer van Thomas van Aquino bedoeld.

Thomas is geboren in 1224 op een landgoed bij Napels. Hij is nauwelijks 50 jaar geworden. Het grootste deel van zijn leven heeft hij gewoond in Parijs, waar hij theologie professor was aan de universiteit. In die tijd werd theologie pas een echte wetenschap, en Parijs gold als het centrum van wetenschapsbeoefening. Door de vele geschriften van zijn hand kreeg Thomas al spoedig grote vermaardheid. In zijn theologie ging hij terug tot Aristoteles, de beroemde Griekse filosoof uit de oudheid. De werken van Aristoteles waren nog niet zo lang bekend. Het was een gunstig gevolg van de gevoerde oorlogen met de Arabieren. Thomas heeft Aristoteles uit het Arabisch vertaald en voor onze wereld toegankelijk gemaakt. Hierdoor is zijn gedachtegoed opgenomen in het Christelijke denken. Waar hebben we het dan over? Over filosofie en natuurkunde, wiskunde en astronomie. Het gaat dus merendeels over “exacte” vakken . De denkwijze die daarvoor nodig is brengt Thomas over op de theologie. Hierdoor wordt alles benoembaar en inpasbaar in één groot systeem. Dat noemen we het Thomisme.

Maar er kwam al gauw weerstand tegen zo’n perfect afgerond systeem. In Engeland waren twee geleerden: Duns Scotus en Willem van Ockham, die het er niet mee eens waren. Ze zeiden, dat je toch niet alles kunt inpassen in een groot systeem van onbetwijfelbare waarheden. Je kunt ook niet op alle vragen een antwoord hebben. Thomas ging er nog van uit, dat je met je verstand alle geloofsvragen kon oplossen. De Angelsaksische geleerden noemden als voorbeeld “God”. Je kunt toch niet meer van God zeggen dan wat ons door Hem geopenbaard is?

Daarna kwam er een stroming op, die wij “Humanisme” noemen. Ook de humanisten gingen terug tot het “oude denken”, met name tot Socrates (4e eeuw v.C.). De zintuiglijke waarneming speelde een grote rol: alleen wat je kon zien, was waar. Vertrouwen op je eigen verstand is belangrijker dan geloof in goden of God. De klemtoon kwam te liggen op de waardigheid van de mens, zijn vorming en ontwikkeling, menselijke zelfontplooiing en het belang van het individu. Humanisten ware wars van dogma’s, door de kerk opgelegde “waarheden” en potjeslatijn. Zij gingen terug tot de bronnen: het oude Grieks!

Erasmus, de meeste bekende humanist uit de tijd van Luther, heeft niet persoonlijk aan de Reformatie meegewerkt, maar wel zijdelings door veel kritiek te geven op de paus en de kerkelijke wantoestanden. Hij schreef daartoe een boekje, “Lof der zotheid”, waarin hij een opgevoerde persoon, “Zotheid” genaamd alle punten van kritiek liet opsommen, die hij natuurlijk zelf niet zo maar mocht uiten. Belangrijker nog was, dat hij het Nieuwe Testament heeft uitgegeven in het oorspronkelijk Grieks. Hij had het oude Grieks geleerd en beschikte over een zestal oude Griekse handschriften. Van daaruit heeft hij het Nieuwe Testament opnieuw vertaald en daarbij aangetoond, dat de Vulgaatvertaling (de oude Latijnse vertaling die men in de kerk gebruikte) op bepaalde punten onjuist was. Zijn vertaling heeft de naam gekregen van “textus receptus”. Hij kwam klaar in 1516. Luther heeft die vertaling mooi kunnen gebruiken voor zijn vertaling naar het Duits, in 1521.

Erasmus is niet meegegaan met de Reformatie. Hij vond het optreden van Luther veel te drastisch. Hij heeft nog wel geprobeerd te bemiddelen, maar tenslotte kon hij zich toch niet van de oude kerk losmaken. Veel van zijn gedachtegoed vinden we wel bij Luther terug. Wat Erasmus bijvoorbeeld zegt over het wezen van de Heilige Schrift, over haar betekenis voor het tijdelijke en eeuwige leven, is echt Luthers.

Al met al, kun je zeggen, was ook het geestelijke klimaat rijp voor wat “anders”. De “waarden”, die eeuwen lang stand hadden gehouden, begonnen aan alle kan- ten te wankelen. Het tijdperk van de “verlichting” was op komst. Het individu kreeg het voor ’t zeggen. Machtige instituten als de kerk en het keizerdom en de ridderstanden hadden afgedaan. De uitvinding van de boekdrukkunst maakte ook nog veel nieuwe gedachten toegankelijk voor het gewone volk. Men kon zelf gaan lezen, wat er in de Bijbel staat!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *