Op 6 september 1898 werd de jonge koningin plechtig ingehuldigd, zoals dat heet. Het gebeurde in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Het moet een onvergetelijk schouwspel geweest zijn. Onder het feestelijk lawaai van 101 saluutschoten en klokgelui betrad de jonge vorstin de kerk. Een gracieuze verschijning!
Zij was omringd door talrijke rijk uitgedoste familieleden en vorsten uit andere landen ( en dat waren er toen nog veel!). Zij droeg de met hermelijn gevoerde mantel van rood fluweel, met gouden klimmende leeuwen en een lange kraag van hermelijn.
Onvergetelijk zijn ook de woorden, die zij toen sprak:
“Thans is de ure gekomen, waarin ik mij, temidden van mijn trouwe Staten-Generaal, onder aanroeping van Gods heilige naam, zal verbinden aan het Nederlandse volk, tot instandhouding van zijn dierbaarste rechten en vrijheden.
Zo bevestig ik heden de hechte band, die tussen mij en mijn volk bestaat, en wordt het aloude verbond tussen Nederland en Oranje opnieuw bezegeld.
Hoog is mijn roeping, schoon de taak, die God op mijn schouders gelegd heeft. Ik ben gelukkig en dankbaar, het volk van Nederland te mogen regeren, een volk klein in zielenaantal, groot in deugden, krachtig door aard en karakter…”
Ter gelegenheid van de inhuldiging werd een gouden koets gemaakt door de gebroeders Spijker (die nu nog auto’s fabriceert!) uit Amsterdam. Het was een geschenk van het Nederlandse volk voor de inhuldiging, maar kon pas drie jaar later bij het huwelijk van Wilhelmina officieel worden aangeboden.
Een jonge koningin kon natuurlijk niet alleen blijven. Het was plicht, dat zij ging trouwen en kinderen krijgen om het voortbestaan van het koningshuis veilig te stellen. Maar wie, o wie?
Er werd druk gespeculeerd over wie ’t zou worden, dat begrijpt u. Zelfs de gewone man en vrouw in de straat hielden zich daarmee bezig! In die tijd waren er nog veel vorstenhuizen in Europa, dus ook huwbare prinsen. Zeker die van Duitsland en Engeland werden regelmatig in het nieuws gebracht. De Duitse keizer Wilhelm zag het wel zitten en zei onomwonden: “Nur ein deutscher Prinz darf sie bekommen!” Nou, en zo is ’t dan ook gebeurd, zoals we allemaal weten!
Koningin-moeder Emma was goed bevriend met de groothertogin von Mecklenburg-Schwerin, die een zoon Heinrich had, vier jaar ouder dan onze koningin. De moeders werden ’t gauw eens. Nu de jongelui nog! Dat lukte ook. Op 7 februari 1901 werd hun huwelijk voltrokken. In de gouden koets! In de residentie Den Haag. Wilhelmina was nog maar 20 jaar! Zij sprak van haar “doorluchtige gemaal”. Heinrich werd Hendrik en kreeg het Nederlandse staatsburgerschap. Het huwelijk leek eerst goed te gaan, hoewel Wilhelmina en Hendrik totaal verschillende personen waren.
De jonge koningin werd in 1902 ernstig ziek. Zij had tyfus en men vreesde voor het ergste. Ook kreeg zij enkele malen een miskraam. Er kwamen spanningen in het huwelijk. Maar zij doorstond alle beproevingen en mocht in 1909 toch de gelukkige moeder worden van een gezonde dochter: Juliana. Helaas bracht het dochtertje de ouders niet dichter bij elkaar, integendeel. De spanningen in het huwelijk liepen soms zo hoog op, dat enkele malen echtscheiding serieus werd overwogen. Zo ver kwam het echter niet. Zij leefden voortaan wel vrijwel apart. Tot er in 1934 een einde kwam aan deze ongelukkige relatie, doordat prins Hendrik aan een hartaanval overleed, Hij was toen 58 jaar.
Hoi ik wil weten hoe een koets word gemaakt!
want daar hou ik een spreekbeurt over! 🙄 😆 🙄 😆 🙄 😆 🙄 😆
Beste Mery, een koets is gewoon een kar met vier wielen! Hij wordt opgetuigd met allerlei opsmuk, zoals leer en brokaat en verguldsel (dat is bladgoud).Zie het artikel “Koets” in Wikipedia! Veel sukses met je spreekbeurt hoor! Ds.Kroes.