Oranje en Nederland VII

Koningin Wilhelmina is altijd een trouw kerkgangster gebleven. Ik herinner mij nog, vanuit mijn jeugd in Apeldoorn, hoe zij de kerk binnenschreed, samen met haar hofdame Freule Roëll: de kleine gestalte van de Majesteit en daarachter die lange dame. De Koningin, later natuurlijk de Prinses, had zo haar voorkeur. Zij dacht zeer oecumenisch. Het hoefde dus niet speciaal een Hervormde kerk te zijn.

Koningin Wilhelmina is altijd een trouw kerkgangster gebleven. Ik herinner mij nog, vanuit mijn jeugd in Apeldoorn, hoe zij de kerk binnenschreed, samen met haar hofdame Freule Roëll: de kleine gestalte van de Majesteit en daarachter die lange dame. De Koningin, later natuurlijk de Prinses, had zo haar voorkeur. Zij dacht zeer oecumenisch. Het hoefde dus niet speciaal een Hervormde kerk te zijn.

Zo kwam zij ook graag in het kleine Lutherse kerkje aan de Parkweg, waar mijn moeder en ik ook ’s zondags ter kerke gingen, omdat wij Evangelisch Luthers waren. Als kleine jongen maakte de verschijning van de Koningin grote indruk op mij. Haar komst was natuurlijk al aangemeld en de koster liep zenuwachtig heen en weer, telkens naar buiten kijkend. Op fluistertoon ging het door de hele kerk: “De Koningin komt!” Tenslotte riep de koster met een zekere juichtoon: “Hare Majesteit, de Koningin!” Na 1948 werd dit vanzelfsprekend: “Hare Koninklijke Hoogheid, de Prinses!” Dan gingen we allemaal staan en wachtten tot de Koningin haar plaats had ingenomen op de eerste rij vooraan, waar de koster al enige pluche kussens had neergelegd.

Wij woonden vlak bij de Grote Kerk op de Loolaan en gingen daar ook wel naar toe, samen met Hervormde (en Gereformeerde) vrienden, want daar had je regelmatig bijzondere diensten zoals elke maand een jeugddienst, waarin de bekende jeugdpredikant Ds. de Groot voorging. Niet te vergeten ook de Kerstnachtdiensten, twee keer achter elkaar, zoveel mensen gingen er naar toe! Het was altijd een hele belevenis samen te zijn met zo velen en te luisteren naar het majestueuze orgel (later het orgel van Piet van Egmond!) en de christelijke strijdliederen aan te heffen: “Gordt u aan! Gordt u aan!” of “Voorwaarts, Christenstrijders!”, dat weerklonk uit tweeduizend (vaak jonge) kelen!

Hier, in de Grote Kerk van Apeldoorn, ging Wilhelmina ook regelmatig ter kerke. Het was zogezegd haar “huiskerk”, want zij woonde er vlak bij, op het Loo. De Koninklijke familie had er dan ook een eigen bank, een soort loge op een verhoog. Veler ogen waren dan op haar gevestigd, dat spreekt! Zij bezat ook een hoge waardigheid en uitstraling, met haar vossenbontje om. Later, toen ik mijn vrouw leerde kennen en we naar de Julianakerk gingen op de Deventerstraat, heb ik haar ook nog verschillende malen gezien. Want dat was de wijk en dus ook de kerk van de hofprediker ds. Berkel. Die moest zij dan natuurlijk ook wel eens gaan horen!

Keren wij terug naar het begin van haar regering. In het jaar 1898 zou Wilhelmina 18 jaar worden, en dat betekende het einde van de regentessentaak van koningin-moeder Emma. Wilhelmina zou de troon bestijgen. De inhuldiging vond plaats op 6 september 1898. Onze koningen en koninginnen worden niet “gekroond” zoals in andere landen, maar “ingehuldigd”. Zo zal het straks met Willem-Alexander ook zijn.

Koning Emma legde haar taak neer met de volgende woorden:

“De taak, die mij in 1890 werd toevertrouwd, is weldra geëindigd. Mij valt het onwaardeerbaar voorrecht ten deel, mijn beminde dochter de leeftijd te zien bereiken, waarop zij naar het voorschrift der Grondwet tot de regering geroepen wordt. In de dagen van smart en rouw trad ik op als Regentes van het Koninkrijk; thans schaart zich het gehele volk in vreugde om de troon zijner jonge Koningin. God heeft mij in deze jaren gesteund. Mijn dierbaarste wens is vervuld.

Aan allen, die Mij met raad en daad hebben terzijde gestaan, en die Mij gesteund hebben door hun liefde en gehechtheid, breng ik mijn dank.

Moge het ons Land met zijn Bezittingen en Koloniën, onder de regering van Koningin Wilhelmina wél gaan! Het zij groot in alles, waarin een klein volk groot kan zijn!

Ik treed af van de hoge plaats, die ik in ons Staatswezen heb bekleed, met de diep gevoelde wens, dat op Koningin en Volk tezamen, door de nauwste banden verenigd, Gods zegen blijve rusten.”

Deze proclamatie was gedateerd: 30 augustus 1898.

4 gedachten over “Oranje en Nederland VII”

  1. Beste Flip,
    Je herinnering aan de populaire Ds. de Groot spreekt mij ook nu nog aan.
    In je verhaal miste ik de titel van zijn kerstpreek: “Slampampers op kraamvisite”.
    Onnodig hierbij aan te tekenen dat dat in die tijd een zeer ongebruikelijke benaming was van de herders uit de velden bij Betlehem die een bezoek brachten aan de stal… Maar de kerk zat wel weer bomvol!

  2. Beste Hans,
    Leuk dat je je de titel van een Kerstpreek nog wist te herinneren! Ja, dat waren me nog eens tijden hé? Toen had je nog “preektijgers”, die de kerken vol preekten! Waar heb je dit nu nog? Misschien bij jullie in Utrecht? Laat me dat dan weten!
    Met een hartelijke groet, van huis tot huis, Flip.

  3. Hoi Charles!
    Nee, helaas ik ben geen familie van Neelie! Ik vind haar wel een geweldige vrouw en zou best familie van haar willen zijn, maar ja, de genen komen niet overeen! Groetjes, ds.Kroes.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *