Bevrijding – Gave en opgave

Liefde is de enige remedie tegen de onvrijheid, die de mensen gevangen houdt. Dat geldt in het klein, in het gezin, op het werk, in ons landje, maar ook in wereldwijd perspectief.

Galaten 5, 13
“Want gij zijt geroepen om vrij te zijn” 

Johannes 8, 32
“De waarheid zal u vrij maken!”

We hebben weer een traditionele week achter ons. Een week, die begon met vreugde bij het vieren van Koninginnedag en die eindigt met de 4 en 5 mei -vieringen, een mengeling van verdriet en vreugde. Bij het herdenken van de bevrijding stonden we niet alleen stil bij de slachtoffers van de tweede wereldoorlog, maar ook bij wat daarna gebeurde en waarbij ons land betrokken was: de militaire acties in Nederlands Indië (Indonesië), Joegoslavië (Sebrenica), Syrië/Libanon, Irak en Afghanistan. Een welhaast eindeloze rij van slachtoffers viel daarbij te betreuren: militairen, burgers, verzetsmensen, partizanen, doden en verminkten, weduwen en wezen. En het einde daarvan is nog niet in zicht. Hebben we vorige week niet nog een militair begraven, die in Afghanistan was omgekomen? We stonden ook stil bij de holocaust, de dood van 6 miljoen onschuldige Joden, zigeuners en andere zogenaamde “Untermenschen”, en het antisemitisme dat her en der weer de kop opsteekt. En we uitten het bange vermoeden, dat de rassenhaat nu ook weer in Nederland toeneemt in de spanning van onze multiculturele samenleving, met name gericht op de Islam.

De week begon met Koninginnedag. En dat was een prachtig feest: de Koningin, gesteund door haar oudste zoon, die zo het gemis van prins Claus kon verzachten, en omringd door een schare van kinderen, zus Margriet met de jarige Pieter en neven met hun vrouwen in haar zomerse kledij onder een staalblauwe hemel met oranjezon. Ja, dat was Holland op z’n best! Was het maar altijd zo, denk je dan. Maar dan komen de dagen van 4 en 5 mei. Andere emoties komen dan boven. Verdriet en onzekerheid over de toekomst. Maar ook het plezier om VRIJ te kunnen zijn. Opeens was het er, in 1945, die bevrijding. Vrij, wat een mooi woord was dat! Een geweldige rijkdom, eindelijk vrij! Verlost van die druk, dat masker dat je op moest hebben, je kon weer gewoon doen, je zelf zijn! De ouderen onder ons kunnen zich dat nog goed herinneren. Die vreugde, die intense beleving van het vrij zijn, na de oorlog. Een gevoel om nooit te vergeten! We zeiden ook tegen elkaar: dit nooit meer! Nooit, nooit meer oorlog!

Maar wat is er van terecht gekomen, van al die goede voornemens? Zeker, oorlog hebben we hier niet meer gehad. Na het ijzeren gordijn zijn de Russen zelfs onze vrienden geworden. En de meeste landen achter dat gordijn zijn nu toegevoegd aan Europa. Het Europa, waarin in het verleden zo veel bloedige oorlogen zijn uitgevochten, kent nu al lange tijd vrede. We hopen dat de oorlog die is uitgevochten in het voormalige Joegoslavië in de jaren negentig de laatste zal zijn geweest. Dat is een reden tot grote dankbaarheid. Maar elders in de wereld zijn de oorlogen alleen maar toegenomen, met de meest verschrikkelijke wapens. Mensen, die de machten van onrecht, heerszucht en geweld hadden afgezworen, zijn in het oude vervallen. Ook die mensen hadden gedroomd van liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw en zachtmoedigheid, waartoe de apostel Paulus ons oproept. Maar zij werden wakker in hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, veten, twist, afgunst, toorn, zelfzucht, tweedracht, dronkenschap en brasserijen, waarvoor dezelfde apostel ons waarschuwt. Ook in ons eigen land hebben we soms het gevoel, dat de zo duur gekochte vrijheid in zijn tegendeel is verkeerd. We denken wel echt vrij te zijn, en we herdenken ook de bevrijding, maar – zo zegt Paulus- we gebruiken die vrijheid meer als een aanleiding voor het vlees, maar niet om elkaar te dienen in liefde. En dan is het geen vrijheid meer, maar dan zit je vast in knellende banden, in al je voorspoed en materiële welvaart. Zou dat niet de reden zijn, waarom zo veel Nederlanders het land ontvluchten?

Vrijheid is een kostbaar goed, maar je moet er mee weten om te gaan. Prof. Gijs Bouwman, mijn Nieuwtestamentische leermeester in Tilburg, schrijft in zijn boek “De waarheid zal u vrijmaken” het volgende:

“Vrijheid is allereerst een zaak van menselijke ervaring. Iedereen kent toch wel het gevoel van opluchting na een moeilijk examen, waarmee je soms nog weken lang ’s morgens opstaat. Zo herinneren de ouderen zich de dag van de bevrijding na de laatste oorlog. Maar iedereen weet ook, dat dit gevoel spoedig weg-ebt om plaats te maken voor nieuwe zorgen en nieuwe angsten. En de ervaring heeft ook geleerd, dat bevrijdingsfeesten geen lange levensduur hebben en slechts met kunst- en vliegwerk in stand gehouden kunnen worden. En bovendien is bevrijd worden nog heel iets anders dan vrij zijn. Zich weten te bevrijden is niets; vrij kunnen zijn, dat is het moeilijke (André Gide). Maar dan wordt het ook moeilijk om te bepalen, wat vrij zijn eigenlijk is. Zich bevrijden of bevrijd worden kun je nader bepalen door datgene waarvan je bevrijd wordt. We kunnen vrij zijn van ziekte, van werk, van oorlog enz. Maar als dit alles weg is, ben ik dan vrij? De vrijheid, die dan overblijft, is de eindeloze verveling, de vrijheid van het niets en dat is de dood. Tot deze slotsom komt de Franse filosoof Sartre: “Ik ben vrij: er blijft mij geen enkele reden meer over om te leven; alle redenen,die ik beproefd heb, hebben losgelaten en ik kan er geen andere verzinnen. Ik ben nog jong genoeg, ik heb nog kracht genoeg om opnieuw te beginnen. Maar wat moet ik opnieuw beginnen?”

Zo komen we er inderdaad niet uit. Hoe moeten we vrijheid dan zien? Ik denk als keuze-vrijheid: dat je het goede kunt kiezen en het kwade afwijzen. Of anders gezegd: dat je kunt willen wat je moet zijn. Maar dat gaat niet vanzelf. Daar is genade voor nodig! Als ’t er op aan komt, wil een mens die vrijheid niet, want dat maakt hem verantwoordelijk. Een mens is liever slaaf van de onvrijheid. Een mens zit liever vast aan allerlei zonden. Daarom hebben we God nodig om ons waarlijk vrij te maken. Een lichtbron, die ons voorlicht, die de banden met het zondige verleden doorsnijdt.

Uw Woord is een lamp voor mijn voeten
En een licht op mijn pad…
(Psalm 119)

Dat Woord alleen kan ons vrij maken.

“Als ge trouw blijft aan Mijn Woord -zegt Jezus Christus- dan zijt ge waarlijk mijn leerlingen”. En Hij voegt er aan toe: “Als de Zoon u vrijmaakt, zult ge wezenlijk vrij zijn” (Joh.8, 31 en 36).

En daarom kan Paulus ons vandaag toeroepen: “Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn.” Maar het is wellicht een andere vrijheid dan u denkt! “Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.” En Jezus Zelf legt ’t in Johannes 8 zó uit: “Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde. Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult ge waarlijk vrij zijn.” En Paulus zegt eigenlijk hetzelfde tegen de Romeinen, die ook al problemen hebben met de vrijheid: “Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid”. Waarom begrijpen jullie dit nu niet? “Vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid.” En aan de Galaten verkondigt de apostel nogmaals: “Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt.”

Vrijheid in bijbelse zin heeft dus niets te maken met het libertinisme, dat we tegenwoordig overal om ons heen zien. Dat iedereen maar mag doen, wat hij wil. Vrijheid, blijheid… Als mens mag je over je zelf beschikken tot aan de dood toe (euthanasie). We denken zó vrije mensen te zijn. Maar de Bijbel zegt: niet de zelfhandhaving en onafhankelijkheid maken de mens vrij, dat is alleen maar zelfbedrog. Maar juist het je zelf uit handen geven, de zelfverloochening, ten dienste van God en de medemens, en de afhankelijkheid van de Redder Jezus Christus stellen de mens in de vrijheid. Centraal staat hierbij de liefde.”Want de gehele wet is in één woord vervuld: gij zult uw naaste liefhebben als u zelf.” Niet het over je zelf beschikken, maar het over je zelf laten beschikken is het principe van de vrijheid. Vrijheid is dus nooit losbandigheid, maar altijd en alleen vrijheid-in-gebondenheid. Je bent gebonden aan de Heer, aan de wil van God, aan de liefde. En daarom mag vrijheid nooit aanleiding zijn tot de werken van het “vlees”, zoals Paulus dat noemt, maar tot die van de Geest.

Dit mag ons vandaag, na de vierdagen, toch wel aan het denken zetten. Wat hebben we van de zo duur verkregen vrijheid na de oorlog gemaakt? We leven in een wereld, waarin ieder z’n eigen ding doet, voor elk wat wils….En de werken van het vlees worden daarbij niet gemeden. De afgoden, die men na de oorlog zo plechtig had afgezworen , zijn al lang weer luidkeels binnen gehaald.

In menig opzicht is het ons zelf vergaan als het volk van Israël:

Doch spoedig vergaten zij Zijn daden en wachtten niet op Zijn raad; zij werden met lust bevangen in de woestijn en verzochten God in de wildernis. Zij vergaten God, hun Verlosser, Die grote dingen in Egypte had gedaan, wonderen in het land van Cham, geduchte daden bij de Schelfzee… (Psalm 106)

Zo was het TOEN en zo is het NU. Toch zegt Paulus vandaag tot ons: “Gij zijt geroepen, broeders (en zusters), om vrij te zijn!”  Dat kan alleen, als we in de Waarheid staan. Immers: “De Waarheid zal u vrij maken.” Hoe dat kan en hoe dat moet? Paulus doet ons hiertoe één middel aan de hand: “Dient elkander door de liefde.” Liefde is de enige remedie tegen de onvrijheid, die de mensen gevangen houdt. Dat geldt in het klein, in het gezin, op het werk, in ons landje, maar ook in wereldwijd perspectief. Onze vrijheid hier mag namelijk niet bestaan ten koste van de onvrijheden elders. Soms heb je het gevoel, dat er wel zoiets is. Als je naar onze rijkdom hier kijkt en naar de armoede elders. Dat geldt ook voor onze vrede hier en de vele oorlogen en oorlogsdreigingen elders in de wereld. Wat zou het geweldig zijn, wanneer alle volken en volkstammen en rassen in liefde met elkaar zouden omgaan! Dan zou er geen voedingsbodem meer zijn voor een Bin Laden en dictators, die nu nog zoveel mensen in onvrijheid onderdompelen. Dan hoefde er ook geen Partij voor de Vrijheid meer in Nederland te zijn, want dan leefden we al in vrijheid. Spanningen tussen godsdiensten en culturen zouden dan geen kans meer krijgen. Dan zou er onder mensen alleen maar zijn, wat Paulus noemt:

Liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid en goedheid.

En de duivel zou uitgespeeld zijn. De wereld zou alom ademen de Geest van God. Dit is niet alleen een toekomst-ideaal, het kan er nu al zijn. Jezus Zelf laat ons dat zien. Zoals Hij geleefd heeft en gedaan heeft en gestorven is. Hij laat ons daarin zien wat vrijheid is, in de keuzes die Hij gemaakt heeft. Hij laat ons zien wat “liefde” is, hoe je de zonde kunt overwinnen en zelfs de dood.

“Gij zijt geroepen om vrij te zijn!” Wie naar Jezus kijkt en Hem volgt, weet wat die vrijheid betekent: vrij van de zonden, vrij van het oude bestaan, vrij van je eigen ego, vrij voor de medemensen, vrij voor God.

Zullen we ’t opnieuw proberen?

Amen.

Eén gedachte over “Bevrijding – Gave en opgave”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *