Het uur is aangebroken

Hoe ziet het ontwaken van een Christen er vandaag uit? Uit welke nacht moeten wij ontwaken? Tot welke dag mogen wij opstaan?

Romeinen 13, 11-14
“Het uur is voor u aangebroken om eens te ontwaken uit de slaap, de nacht loopt ten einde, de dag is nabij.”

Elke dag, die we beleven mogen, brengt ons dichter bij het einde van tijd en wereld. Dat mogen we wel eens bedenken! Ook onze tekst staat in het teken van de eindtijd: het uur is voor u aangebroken! Het Griekse woord “kairos”, dat we vertalen met “uur” is een typisch woord van de apostel Paulus. Het heeft vooral de betekenis van “het beslissende ogenblik, het ogenblik van God gegeven, door God vastgesteld”. Ook bij Johannes vinden we deze bijzondere betekenis. Denk maar aan de bruiloft van Kana (Joh.2), waar Jezus tegen Zijn moeder zegt: “Mijn uur is nog niet gekomen”. En vlak voor Zijn dood bidt Jezus in het “Hogepriesterlijk gebed” (Joh.17): “Vader, het uur is gekomen; verheerlijk Uw Zoon, opdat Uw Zoon U verheerlijke.” Het is dus Gods tijd, de tijd van Gods ingrijpen, de heilstijd. Het is ook het “heden” van het Evangelie: “Heden, zo gij Zijn stem, hoort” (Hebreeën 3, 7 en 15; een aanhaling van Psalm 95, 7b). Het beslissende moment om voor God te kiezen! “Heden, indien gij Zijn stem hoort, verhardt uw harten niet!”

Paulus doet hier een beroep op de Gemeente te Rome. Zij weten immers al van het Evangelie. Welnu, dan moeten ze ’t ook laten zien! “Gij verstaat immers de tijd wel, dat het nu voor u het uur is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen van het licht”. De nadruk ligt hier op het weten om de tijd, Gods tijd, de heilstijd, de eindtijd, waarin Gods uur is aangebroken. Wij moeten weten, dat Gods uur geslagen heeft, zouden we nu zeggen. Het is belangrijk, dat ook wij dat beslissende uur onderkennen. Paulus zegt als ’t ware tot ons: als jullie die tijd niet kennen, de tijd die ligt in de verkondiging van Christus’ boodschap, de tijd van het hier en nu, de in Christus vervulde heilstijd, die de duistere macht doet wijken en de Paasmorgen doet komen, de tijd waarop de profeten reeds gewezen hebben: “Sta op, wordt verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op” (Jes.60,1), de tijd van het ontwaken en opstaan ook voor ons, dan wordt het voor jullie niks met elke nieuwe dag, die je beleven mag! Dan blijft alles, wat jullie zullen doen en zeggen krachteloos en zinloos. Jullie zullen dan met blindheid geslagen zijn, alsof je het uur niet kent, dat met Jezus’ komst geslagen heeft. Jullie situatie lijkt dan op de mensen uit Mattheüs 16, die het uiterlijk van de hemel weten te beoordelen, maar de tekenen der tijden niet verstaan.

Elke nieuwe dag brengt ons niet alleen dichter bij de eindtijd, maar mag ook al iets laten zien van de heerlijkheid, die dan over ons geopenbaard zal worden. Zoals de oude Simeon getuigde in Lukas 2, 32: “licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid over Uw volk Israël”. Immers het heil, dat wij in de eindtijd verwachten, is reeds aangebroken door de komst van Christus op de aarde, door Zijn sterven en opstanding. De “Kairos” is er reeds, elke nieuwe dag. En daarom moeten we “de tijd uitkopen”, zoals Paulus zegt in Efeze 5, 16. “Daarom heet het: Ontwaak gij die slaapt en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten” (Efeze 5, 14). God geeft ons elke dag tijd om voor Hem te kiezen. Ken die tijd! Laat elke levensdag vooral voor ons veel “kairoi” hebben: momenten van geloofsbeslissing. Laten wij toch vooral mensen zijn, die “ja” zeggen tegen God en met Hem mee gaan doen in Zijn heilswerk voor mens en wereld. Wij zijn mensen, die leven in de nacht, maar de morgen al zien komen. Het oude is voorbij, ziet… het wordt alles nieuw! “Want Hij zegt: ten tijde des welbehagens heb ik u verhoord en ten dage des heils ben ik u te hulp gekomen; zie, nu is het de dag des heils!” (1 Kor. 6, 2).

In Galaten 6, 4 zegt de apostel het zó: “Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw…” NU, elke dag in ons leven, is het volle tijd, door Christus vervulde tijd, heilstijd! Laten we dat toch elke dag weer opnieuw beseffen! Het wordt tijd om wakker te worden en op te staan. ONTWAAKT, GIJ DIE SLAAPT. In het Nieuwe Testament wordt vaak over het moe worden, het inslapen en dromen gesproken, in die zin, dat er voor gewaarschuwd wordt. We lezen over de slapende knechten in de eindtijd-rede uit Markus 13, de dwaze meisjes uit de gelijkenis van de tien maagden (Math. 25), de in slaap gevallen discipelen in de hof van Getsemane. “Ontwaakt gij die slaapt!”

Ook in de eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen (5, 6) roept de apostel zijn Gemeenteleden toe: “wij behoren niet aan de nacht noch aan  de duisternis toe; laten we dan niet slapen zoals anderen doen, maar laten wij waken en nuchter zijn”. Paulus argumenteert hier vanuit het nieuwe zijn van de Christen, zijn nieuwe bestemming dank zij Gods genade, die ons ten deel is gevallen. Vandaar: wees wie je bent! Gods actieve knecht of dienstmaagd! Beter nog: word wat je al bent! Een door Christus vrijgekochte slaaf of slavin. Dat moet je laten zien in alle aspecten van je leven. De slaap kan hier alleen maar een belemmerende factor zijn. Slaap verleidt tot passiviteit, tot dromen, tot vervalste en bedrieglijke beelden. Daarom moeten we ontwaken en de werkelijkheid, waarin we staan in Jezus Christus, gaan beleven. Het is vooral het ontwaken uit de duisternis, de macht van dood en doodsangsten, satanisme en goddeloosheid, dat ons bezig houdt en waarin we elkaar misschien ook kunnen helpen. Zouden we elkaar daarin ook niet wat wegwijs kunnen maken? Van de duisternis naar het licht? Als we elke dag dichter bij de eindtijd komen, dan mogen we er toch ook wel eens serieus rekening mee gaan houden en proberen daar wat mee inzicht in te krijgen, vindt u ook niet?

Hoe ziet het ontwaken van een Christen er vandaag uit? Uit welke nacht moeten wij ontwaken? Tot welke dag mogen wij opstaan? Geldt dat alleen voor ons persoonlijk of juist ook voor de grotere samenhangen van maatschappij, kerk en samenleving, rassen en volken? Waarin zien we dat de nacht ten einde loopt en de dag nabij is? Hoe kunnen we het ook zelf laten zien? De tijd is kort, en duurt toch al zo lang, hoe lang nog?

Niet vergeten: het doek IS opgegaan , Jezus IS gekomen, de dag IS al aangebroken, of zoals een bekend theoloog eens schreef: het is reeds D-day (de invasie in Normandië), maar Victory-day moet nog komen. De wereld staat in al zijn voegen te trillen, grotere en diepere scheuren ontstaan, de nacht is ver gevorderd… de dag is nabij! Mensen mogen ontwaken, want het Licht is gaan gloren: Jezus, Die zei: Ik ben het Licht der wereld! Wij leven in een lichtend perspectief, laat dat ons elke dag weer duidelijk zijn. En laten we dat Licht weerkaatsen, het waarachtige Licht, dat iedere mens verlicht, dat komende was in de wereld (Joh.1)… TOEN en NU!

Eén gedachte over “Het uur is aangebroken”

  1. I do accept as true with all of the concepts you have offered in your post. They’re really convincing and will definitely work. Still, the posts are very brief for beginners. May you please extend them a little from next time? Thanks for the post. gegddggcbefa

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *