Abraham en Sara

In al die drie mensen, Abraham, Sara en Hagar, zien we ons zelf terug, onze eigen zonden. Vooral dat éne: dat we Gods belofte uit het oog verliezen, dat we te veel naar ons zelf kijken en met onszelf bezig zijn.

Genesis 16, 2
“…en Sara zei tot Abraham: Zie toch, de Here heeft mij niet vergund te baren; ga toch tot mijn slavin; misschien zal ik uit haar gebouwd worden.”

Details uit Abraham en Sara. Adriaan van der Werff. 1699, München.Een hoofdstuk, dat aan onze tekst vooraf gaat, laat ons Abraham zien op het oorlogspad. Hij wordt een vechter! Hij moet zijn neef Lot uit de handen van vijanden redden. En daarvoor mobiliseert hij een leger uit zijn eigen slavenbestand, en hij roept naburige volken op om met hem op te trekken. En het lukt! Lot wordt bevrijd. Machtige koningen worden door Abraham verpletterd. Het is een boeiende geschiedenis: Abraham op het oorlogspad! Echt een verhaal, dat moed geeft! Er mag dus blijkbaar in het leven van de gelovige ook een element van strijd en overwinning zitten. Je mag iets verwachten, als je het aanpakt in de naam van God. Onverwachte verrassingen mogen we dan tegemoet zien!

Maar dan komt het gewone leven weer terug, ook voor Abraham. Het leven leek even een droom, maar dan moet je weer terugkeren tot de werkelijkheid van alle dag. Je komt bijvoorbeeld na de vakantie thuis en daar is het nog net als vroeger! Het oude leven staat weer op je te wachten. Niets van een glans van overwinning, van avontuur. Integendeel, het benauwde gezinsleven van alle dag, het werk en de problemen als vanouds. Al die kleine verdrietigheden vragen om een oplossing, al die dagelijkse beslommeringen.

Hoe is Abraham daar mee klaar gekomen? Waar bleef zijn zo veel geroemde geloof? We zullen zien, hoe Abraham vlucht uit de spanning. Hij had tijdens zijn leven al veel moeilijkheden gehad. Lang geleden moest hij wegtrekken uit het land, waar hij geboren was. Breken moest hij met een beschaving, waar wij vandaag nog verbaasd van staan. De stad uit, naar een land wie-weet-waar. Op een gegeven moment moest hij ook zijn familie achterlaten, in Haran, dat hem tot een tweede vaderland was geworden. Alleen met zijn vrouw Sara en neef Lot moest hij verder gaan, zoals God het hem gezegd had. Eindelijk in Kanaän gearriveerd wordt Abraham door de honger opgejaagd naar Egypte. En zo ging het maar door! Van het één viel hij in het ander. En tenslotte moest hij voor zijn neef Lot nog op oorlogspad ook! Maar toch waren al deze moeilijkheden maar momenten geweest, Hij moest er door en hij kwam er door. Hij greep telkens weer in het geloof moed. Zijn God ging met hem mee, dat wist hij. Daarom had hij in de afloop van al zijn avonturen vertrouwen. God ging vóóraan en Abraham volgde.

U weet misschien wel wat de boeren dan wel eens zeggen: zo lang het nog in het achterhuis blijft en het mis gaat met het vee of met de oogst, is het nog wel te dragen; als het maar niet in het voorhuis komt! Als de slagen maar niet vallen in het gezin! Een mens kan veel hebben, als je er sámen tegen aan gaat, als man en vrouw, als gezin. Een sterke liefde voor elkaar is de kracht van elke gemeenschap en de basis van alles wat je aan kunt. Door een sterke liefde wordt je gedragen. Maar dat is het nu juist bij Abraham! In Gen. 16 gaat het juist om het thuisfront. Het front van binnen wordt aangetast. Op dat punt heeft Abraham werk te verzetten en strijd te voeren. Het zit tussen hem en zijn vrouw niet goed. Sara is onvruchtbaar gebleken. In heel de familie is nageslacht, alleen bij hun niet. En daar hebben Sara en Abraham veel verdriet van. Zij, die ditzelfde hebben meegemaakt, kunnen dit begrijpen. Dan treden krachten en gevoelens in het huwelijk op, die je liever niet hebt, die je aanvreten. Alleen sámen kun je daar uitkomen. Wie in deze situatie is geplaatst, weet hoe jaar in jaar uit de vraag blijft knagen: wanneer? Komt het nog? Komt het ooit? Vandaag kunnen we er nog iets aan doen, via het ziekenhuis. Maar ook dan blijft de vraag, wanneer de éne IVF na de andere geen antwoord geeft. Waarom toch? Een vraag die meestal onbeantwoord blijft. Je kijkt elkaar aan en weet het van elkaar, je leest de vraag in elkaars ogen: zullen we dan altijd met ons tweeën blijven? Samen oud worden, zonder kinderen en kleinkinderen. Wat is dan de zin van het leven? Waarvoor werken we dan nog?

Ik weet natuurlijk ook wel, dat een huwelijk zonder kinderen best een heel goed huwelijk kan zijn. En dat de zin van het leven niet persé ligt in het kinderen en kleinkinderen hebben. Ik weet ook wel, dat er mensen zijn, die daarvoor kiezen, omdat je je kinderen niet in deze slechte wereld wilt plaatsen. Ik weet natuurlijk ook, dat men er dan eerder voor kiest om kinderen uit arme landen, die geen toekomst hebben, in jouw huis op te nemen en ze als jouw kinderen te adopteren. Maar dat zijn heel andere verhalen, daar kunnen we het een andere keer wel eens over hebben.

Vandaag gaat het over Abraham en Sara en hun grote verdriet. Tien jaar waren ze nu al in Kanaän. En het bleef stil in hun tent. Wat hadden ze veel gebeden! Maar er kwam geen antwoord. Het gebed werd schijnbaar niet gehoord. En dat, terwijl er toch over het leven van Abraham en Sara een belofte lag: aan uw nageslacht zal Ik dit land Kanaän geven; Ik zal u tot een groot volk maken; uw nageslacht zal Ik maken als het stof der aarde. Toen zij zelf geen kinderen kregen, hadden zij hun hoop gevestigd op de slaaf Eliëzer. Maar de Heer had hen duidelijk gemaakt: een lijfelijke zoon zal uw erfgenaam zijn, niet een slaaf. Wel tot zes maal toe is dit Abraham verzekerd. Telkens weer heeft God hen bemoedigd. Op de beslissende momenten in hun leven had Hij er gestaan met Zijn wonderlijke troost. “Word toch niet moedeloos! Het komt allemaal wel goed! Mijn belofte zal worden uitgevoerd!” Daadoor waren zij staande gebleven al die jaren.

Zou het bij ons anders zijn? Staan wij ook niet onder de belofte van God, dat alles goed komt? Wij hebben een taak voor elkaar, wij kunnen onze liefde kwijt, daar zijn zoveel mogelijkheden voor. Ons leven kan vruchtbaar zijn, ook als er geen kinderen komen. Op een andere manier misschien, maar toch. Het gemis van het één kan ons rijk maken in het ander. Maar het gemis blijft. En nu worden ze maar ouder en ouder. Is het eigenlijk niet te gek om nog op kinderen te hopen? Sara kan het niet langer uithouden. Haar geduld is eindelijk op! Zij zoekt in haar wanhoop een zijweg, want het zal en moet nú gebeuren! Zij trekt aan de noodrem: waar geen erfgenaam geboren wordt, kan een vrouw haar man een slavin tot vrouw geven. U vindt dat misschien wat raar, maar laten we niet hoogmoedig zijn: wat doen wij anders met onze draagmoeders en kunstmatige inseminatie? Wat Sara hier voorstelt, zullen velen dan ook heel gewoon vinden, een prima oplossing! Een mens moet toch praktisch zijn en niet aan te veel principes hangen. Op deze manier worden veel zijwegen verdedigd. Het vriendinnetje van de man, een flirt van de vrouw, in het zakendoen moet je ook wel eens zijwegen bewandelen en zo kunnen we doorgaan. Een borreltje, een sigaretje, een blowtje, ach wat, ik weet dat het slecht is, maar een mens moet toch wat? Zo zoeken mensen een uitweg, vooral ook om uit de stress te komen. Bij Sara zit hier een schreeuw achter, de pijn van het gewonde hart. Abraham is niet zo opstandig als zijn vrouw, maar ook hij wordt er moe van, van dat eindeloze wachten en die treurige blik in de ogen van zijn vrouw. En dan gaat hij met zijn vrouw mee: toe dan maar, misschien heb je wel gelijk. Ach, wat doe je al niet om in huis de vrede te bewaren?

Abraham en Sara willen samen iets forceren. De zoon móet er komen! Wij zullen er dan zelf wel voor zorgen. Als God dan zo lang op Zich laat wachten. Als het niet rechtsom gaat, dan maar linksom. En wie weet, bedoelt God het ook wel zo? En de uitverkoren slavin, Hagar, hoe reageert zij? Ze ziet een prachtkans: moeder te worden van de grote erfgenaam! Zij steekt straks Sara de loef af!

In al die drie mensen, Abraham, Sara en Hagar, zien we ons zelf terug, onze eigen zonden. Vooral dat éne: dat we Gods belofte uit het oog verliezen, dat we te veel naar ons zelf kijken en met onszelf bezig zijn. Bij ons is Christus de grote belofte. Wij verliezen Hem uit het oog, terwijl Hij onze Redder en Zaligmaker is! Wij zoeken onze zijwegen.

Maar hoe gaat het dan verder? Biedt zo’n zijweg een uitkomst? Krijgen Abraham en Sara nu een oplossing voor hun probleem? In Zwitserland loopt een zijdalletje meestal dood. Zo is het meestal ook met onze zijwegen. Je denkt uit de spanning te komen, maar komt er meestal nog dieper in. Hagar ziet haar kans schoon. Zij voelt zich ver verheven boven haar meesteres. Zij loopt rond met een spottende blik in haar ogen. En Sara roept Abraham te hulp: doe er iets aan, dit houd ik niet vol! “De Here doe recht tussen mij en u”, zegt zij. Zij haalt God er zelfs bij, zij staat immers sterk met God aan haar kant. En Abraham? Gaat hij weer met zijn vrouw mee? Ja hoor, weer geeft hij toe, verblind als hij is. “Doe met uw slavin, wat goed is in uw ogen”. Erg toch, Abraham en Sara hebben Hagar gebruikt en nu gaan zij haar vernederen. Zij sturen haar zelfs weg, de woestijn in. En het einde van het verhaal is, dat de oude mensen mokkend achterblijven, zonder kind. Zo gaat het met onze zijwegen!

Gelukkig laat God ons niet vallen. Hij kent ons dieper dan wij ons zelf kennen, en niets is voor Hem verborgen. Hij kent ook onze zijwegen en weet er weg mee. Want zijn wegen zijn hoger dan die van ons. Het zijn wegen van genade en ontferming. Als Hij niet de God was, Die verloren mensen redt… dan zou het inderdaad onherroepelijk met ons afgelopen zijn. Hij ontfermde Zich tenslotte ook over Abraham en Sara en Hij redde Hagar en haar zoon van de hongersdood in de woestijn. Onze God is een Ontfermer. Als wij weer eens vastgelopen zijn in onze o zo goed bedoelde plannetjes, blijft er een toevlucht tot Zijn genade. Dan komt er een andere uitweg in ons leven: tot Hem. Dan kunnen we de problemen aan, met Hem. We hoeven niet meer te vluchten naar andere opties. We hebben ons lesje geleerd.

Ook Hagar moest terug, haar trotse hoofd buigen voor haar meesteres, maar ook Abraham en Sara moesten zich vernederen voor God, want uit de mond van Hagar hoorden ze de boodschap van Gods engel. De Heer had Zich aan Hagar geopenbaard en was hen voorbij gegaan. Het leven is zo vol verassingen, voor allen die op God vertrouwen.

Amen.

7 gedachten over “Abraham en Sara”

  1. wij zijn een reisbrochure aan het maken om naar het land van abvraham en sara te gaan als je wil kan je een reis bestellen 😮 veel plezier zenne 😮 😮 🙄 😆

  2. Sara stierf op 127-jarige leeftijd in Hebron, in Kanaän (nu de Westelijke Jordaanoever). Daarna trouwde Abraham opnieuw, met Ketura. Zij schonk hem zes zonen: Zimran, Joksjan, Medan, Midjan, Jishbak en Soeach.
    Soeach is dus de laatste zoon van Abraham. Groeten, ds.Kroes.

  3. weet u ook hoe oud abraham is geworden?
    want die informatie heb ik nodig voor mijn nederlands presentatie.
    🙄

  4. ik vind abraham en sarah een leuke en zielige verhaal tekelijk vind je dat ook niet mijn mening is ik vind het een geweldige fantastische verhaal mijn advies is lees het vaker vertel het aan vrienden en dan is het verhaal abraham en sarah een populaire verhaal en dat is het ook trouwens dhoid abraham is overleden toen hij 175 jaar was veel geluk met je presentatie
    kusjes angel 😆

  5. Hoi,
    Ik moet een presentatie houden over Abraham en Sarah.
    Maar ik snap het verhaal niet helemaal.
    Kan iemand misschien een soort kleine samenvating van alles willen maken ?

    Alvast bedankt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *