Bezorgd

Wie is dat tegenwoordig niet? De tijd is er ook naar. Bezorgd voor de vrede, bezorgd voor de economie. Bezorgd voor de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen, bezorgd voor je gezondheid en gaat u zó maar door! Ook in Paulus’ tijd hadden de mensen grote zorgen.

Wie is dat tegenwoordig niet? De tijd is er ook naar. Bezorgd voor de vrede, bezorgd voor de economie. Bezorgd voor de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen, bezorgd voor je gezondheid en gaat u zó maar door! Ook in Paulus’ tijd hadden de mensen grote zorgen.

Daar was de bedreiging van het heidendom: razzia’s en vervolging, martelaarschap en uitholling van het nog zo jonge geloof. Erger misschien nog was het gevaar, dat van binnenuit dreigde: terugval in het oude Joodse geloof en de oude Joodse gebruiken. Ook dreigde er vergeestelijking van het geloofsleven: als je de Geest maar hebt, dan kan je niets meer gebeuren, dan komt het er ook niet meer zo op aan hoe je leeft… Paulus kende die nood in de Gemeente en het was zijn grote zorg om al die Gemeenten, die hij gesticht had, op te bouwen door ze op de liefde van Christus te wijzen en op de liefde van elkaar als zusters en broeders. Geen tweedracht alstublieft, geen geloof in mineur, maar saamhorigheid en blijdschap in de Heer.

“Wees in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God” (Phil.4,6)

Tegenover onze zorg stelt de apostel drie dingen: gebed en smeking en dankzegging. Hij ontkent niet de redenen van onze zorg: dat het met veel dingen de verkeerde kant opgaat. Wij mogen wensen hebben voor een betere wereld, dat er vrede komt in Libanon, dat de volken in het Midden Oosten in vrede met elkaar kunnen optrekken, dat het uit is met het wederzijdse bloedvergieten. Wij mogen ook wensen hebben voor een betere toekomst en vooral betere mensen (je zelf inbegrepen!). Maar we moeten daaronder niet gebukt gaan, we hoeven er niet aan onderdoor te gaan, we mogen onder die last onze hoofden niet laten hangen. We moeten ze bij God brengen, in gebed met smeking en dankzegging. Als we in de knoei zitten, lijkt God vaak zo ver weg. Maar Hij is het niet hoor, integendeel: dan is Hij dichterbij dan ooit. WIJ zijn het, die dan ver van God zijn. Daarom bidden! Dat brengt de mens naar God toe. Smeking en dankzegging, alle gebed is eigenlijk dankgebed. Beginnen met de dankzegging, dan valt er al heel wat van je bezorgdheid weg, want je beseft dan weer hoe God altijd voor je gezorgd heeft en ook zeker verder voor je zorgen zal.

Daarom bidden, steeds weer opnieuw! Weest in geen ding bezorgd!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *