Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur

Meestal worden op het eind van het kerkelijk jaar de doden van het afgelopen jaar herdacht. Dat gebeurt op Koninkrijkszondag, ook wel dodenzondag genoemd of “zondag van de Voleinding”.

Meestal worden op het eind van het kerkelijk jaar de doden van het afgelopen jaar herdacht. Dat gebeurt op Koninkrijkszondag, ook wel dodenzondag genoemd of “zondag van de Voleinding”. In sommige Gemeenten herdenkt men de gestorvenen in de dienst van Oudjaar. In Verpleeghuizen is het de laatste jaren praktijk geworden om dit op geregelde tijden over het hele jaar te doen, bijvoorbeeld elke drie maanden of elk half jaar.

Van mijn schoonzuster in Santpoort heb ik gehoord, hoe ze het daar in het afgelopen jaar hebben gedaan. Het had haar volste aandacht, omdat haar man, onze zwager Lambertus Cornelis (Bert) Brummelkamp, bij de gestorvenen behoorde, die herdacht werden. In de PKN-Gemeente van Santpoort-Noord, die voor de kerkgang gebruik kan maken van de oude dorpskerk aldaar, vond de herdenkingsdienst plaats op 23 november j.l., op de zondag van de Voleinding dus. In de dienst ging voor: ds. Henk Reefhuis. Er was een prachtige orde van dienst ontworpen, waarvan ik u graag enkele bijzonderheden wil overbrengen.

In afwisseling met het koor zingt de Gemeente als openingszang: “Die ons schiep”, een lied van Sytze de Vries op muziek van Willem Vogel uit de bundel “Tussentijds” nr. 122 en ook in “Zingend geloven 5” nr. 73.

Die ons schiep
En ook nu nog
als hier de nacht ons
overmant
houdt in de holte
van Uw hand.

Die ons zoekt
in het duister,
Die ons de dag hebt
toegezegd,
spreek in de stilte
tot Uw knecht.

Die ons hoedt
in Uw schaduw,
onder Uw vleugels
toegedekt,
liefde, die ons tot
leven wekt,

Ken ons hart,
zo onrustig,
vol van zichzelf
is het verblind.
totdat het rust in
U weer vindt.

Kom tot ons
als de morgen.
Ga over ons op
als het licht.
Zegen ons met Uw
Aangezicht.

Na het smeekgebed worden de gevoelens van rouw aldus verwoord:

Rouw

Afscheid nemen
afstand scheppen
herinnering worden
draden geweven
tot een web
weer losmaken
tot raggen

die toch opglanzen
als ik het licht
er goed op heb.

Hierna zingt de Gemeente: Laat komen, Heer, Uw Rijk (Liedboek Gez. 294).

Na de lezing der Schriften wordt gezongen: Eens komt de grote zomer (Gez. 288, 1-4-5).

Direct na de “uitleg en verkondiging” volgt de “gedachtenis van de overledenen”:

Telkens worden drie namen genoemd, waarna de familieleden worden uitgenodigd naar voren te komen om een licht te ontsteken aan het licht van Pasen. Wanneer zo 6 overledenen zijn herdacht zingt de Cantorij:

Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft;
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft,
Vuur dat nooit meer dooft, als alles duister is.

De Gemeente herhaalt dit lied.

Dan volgen weer drie namen, de familie komt naar voren, weer drie namen en weer komen familieleden naar voren om een kaars aan te steken. Als alle namen zo zijn genoemd en alle gestorvenen door de familieleden en de Gemeente zijn herdacht, mogen ook andere Gemeenteleden naar voren komen en een licht ontsteken.

Nadat de laatste kaars is aangestoken spreekt de predikant:

Als een knop
aan een tak van een boom,
geworteld in de bron van leven –
als beeld van nieuwe hoop, als een ster in de nacht,

gedenken we jou,
allen,
die we uit het oog,
maar niet uit het hart
hebben verloren.

We zien uit
naar het licht
dat ons verbindt
in dood en leven.

De voorbeden worden ingeleid met een orthodoxe gebedsdeclamatie (uit Dienstboek pag. 746):

Laat mijn gebed mogen stijgen als wierook omhoog
Tot Uw aanschijn.
Moge het, als ik mijn handen ophef,
Tot een waardig offer U zijn,
Wanneer ik roep tot U: verhoor mij, o Heer.

Dan volgen de persoonlijke gebeden in een stil gebed, besloten met het “Onze Vader”.

Als slotlied wordt gezongen: Vergeet niet hoe wij heten (tekst van WillemBarnard, melodie van Willem Vogel, uit “Tussentijds” nr. 188).

Vergeet niet hoe wij heten:
naar U zijn wij genoemd.
Zoudt Gij ons niet meer weten
dan waren wij gedoemd
te sterven aan Uw leven;
Maar zo Gij ons gedenkt
is er een eeuwig even,
een ogenblijk gegeven,
een paasdag die ons wenkt.

Zij raken niet vergeten
die over zijn gegaan
tot u, want in Uw heden
bewaart Gij hun bestaan.
Hun namen zijn verzekerd
in Uw gedachtenis,
Gij zult ze blijven spreken
tot die DAG aan zal breken
waarop het wachten is.

Vergeet niet hoe wij heten,
wij heten naar Uw naam.
uit duizenden gebeden
stelt zich Uw eenvoud saam.
Want zo zijt Gij gebroken,
gelijk het ene licht,
van naam tot naam gesproken,
van dag tot dag ontloken,
zo zien wij Uw gezicht.

Al met al een indrukwekkende dienst, waarin de elementen van rouw en rouwverwerking in woord en lied samenvloeiend tot uitdrukking werden gebracht. Op deze manier blijven de gestorvenen onder ons aanwezig, in eerbied en dankbaarheid. En zo is het goed.

Eén gedachte over “Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur”

  1. Graag zouden wij de muziek ontvangen van het lied: Vergeet niet hoe wij heten
    Bij voorbaat hartelijk dank

    Secr. Parochie H.H. Engelbewaarders Hazerswoude dorp

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *