Want de dagen zijn kwaad

Als u denkt dat het leven altijd even gemakkelijk moet zijn en dat het geluk u vanzelf ten deel moet vallen, dan valt het leven geducht tegen.

Ephese 5, 16
“Want de dagen zijn kwaad”

Onze tekst vanmorgen is uit de Ephesebrief: “U de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.” De oude Statenvertaling zegt het nóg indringender: “de tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn.” Er wordt ons daarmee gezegd, dat we als wijzen moeten wandelen, de tijd uitkopende, dat wil zeggen dat we de tijd helemaal op moeten gebruiken, uitkopen, tot de laatste minuut. Paulus was veel met kooplui omgegaan, dat is hier duidelijk te horen. Een koopman moet er op uit trekken en elk moment benutten, anders is zijn zaak zó naar de knoppen. Kijk, zo moet een mens ook in het leven staan. Er is inspanning van alle gegeven krachten nodig om zó te leven dat je God daarmee dient en de mens niet onderuit haalt. Werken is niet alleen een noodzakelijk kwaad, zoals we wel eens zeggen. We moeten nu eenmaal leven, dus moeten we ook werken. Werken is meer dan dat, het is een voorrecht, een geschenk van God. Het is niet alleen een opdracht: “gij zult in het zweet van uw aanschijn uw brood verdienen”. Dan wordt het meer een vloek dan een zegen. Maar het is zeker ook een zegen. Het is een positief te waarderen goed in het mens zijn. Zo spreekt de apostel over de tijd uitkopen en je de gelegenheid ten nutte maken.

Toch wil ik hiermee niet zeggen, dat de zin van het leven in het werken ligt. Dan zouden werkelozen en gehandicapten, die niet meer kunnen werken, er bekaaid afkomen! Nee, de zin van het leven ligt ergens anders. De zin van het leven ligt in de vreugde over het bestaan, in de liefde tot het leven, in de lofprijzing aan God juist voor de vreugde en deze liefde, die Hij ons gegeven heeft. God zorgt immers voor ons. Hij heeft ons niet alleen geschapen, maar Hij blijft ook voor ons zorgen, elke dag opnieuw. Daarvoor danken en prijzen wij Hem elke dag. Zou daarin niet de zin van ons leven liggen?

Maar datgene, waarmee God ons leven vult, is arbeid. Er zijn mensen, die er altijd op uit zijn zo weinig mogelijk te hoeven doen. Daar gaat op de duur alle pit en frisheid uit. Die mensen verschrompelen en zijn levende dood. Dat klinkt misschien wat cru, want van buiten zie je dat misschien niet zo, integendeel soms: zij floreren. Maar van binnen, geestelijk, is alle leven er uit. Ook in de kerk zie je zulke mensen, die elke moeilijkheid uit de weg gaan, alsof het leven een geplaveid pad is. Moeiten en zorgen zullen er altijd zijn. Maar juist daarom moeten we ook werken, er onze schouders onderzetten, er tegenaan gaan, desnoods met strijd. De mens moet vechten met de problemen en raadselen van deze tijd, vechten soms ook met de tijd, hoeveel tijd hebben we nog? De mens moet er positief in gaan staan en er niet omheen lopen, als er obstakels op de levensweg komen. Dúrf mens te zijn, dúrf de strijd aan, koop de tijd uit!

Er is nog iets anders in onze tekst, wat Paulus bedoeld kan hebben. Dat uitkopen van de tijd betekent ook, dat je er alles uit haalt, wat er in zit. We kunnen er altijd nog eens schepje bovenop doen! Een mens heeft zoveel krachten en vermogens in zich! In moeizame tijden heeft ons volk dat ook laten zien. We denken aan de oorlog en de tijd daarna, toen iedereen het zo arm had. Wonderen van vindingrijkheid en kracht zijn toen vertoond. In onze tijd, nu de mensen het beter hebben, lijkt de vut er soms helemaal uit te zijn. De wereldproblemen groeien ons boven het hoofd, we weten er geen raad mee. Paulus heeft ook veel problemen moeten doorstaan. Hij weet wat “kwade dagen” zijn. Hoe vaak is hij niet vervolgd, gestenigd, bijna gedood, in de gevangenissen gezeten. Maar zegt hij: je moet er tegen werken, je moet je best blijven doen, het niet opgeven! Je moet er het uiterste uithalen, het kan altijd nog beter. Ook met gebed vermag een mens veel. Bidden is ook werken! Er zit veel meer in het leven dan mensen er uit halen. Juist ook als de dagen “kwaad” zijn kan een mens zo veel “goed” doen. Je moet het wel zien. Je ogen moeten er voor geopend worden. Veel mensen zijn hiervoor blind. Hoeveel mensen klagen niet, dat het leven zo teleurstelt? Positief ingestelde mensen zeggen, dat het glas nog half vol is, terwijl de negatief ingestelde mensen klagen, dat het glas al half leeg is. Hoe vaak hoor je het niet: “Dat moet mij nou weer gebeuren! Dat heb ik nou weer!”

En ze zitten met de handen in het haar. Paulus zou tegen die mensen zeggen: “Maar meneer, mevrouw, ligt dat niet een beetje aan u zelf? Als u denkt dat het leven altijd even gemakkelijk moet zijn en dat het geluk u vanzelf ten deel moet vallen, dan hebt u inderdaad gelijk. Dan valt het leven geducht tegen. Maar uw levensinstelling is fout! Want u moet de moeilijkheden positief aanvaarden, zij horen er helemaal bij, zij zijn een stuk van het leven zelf. En u moet met die moeilijkheden vechten om het levensgeluk. Dat is een kwestie van geloof. Geloof is vasthouden aan Gods bedoelingen: dat Hij het heil van mens en wereld voor ogen heeft. Ongeloof is: dat je twijfelt aan God, en ook aan je zelf, aan het leven en aan de vreugde om het leven. Daarom: de tijd uitkopen! Vandaag nog, geef het leven een andere wending, haal er uit wat er in zit! Niet in een brute jacht naar genot en geluk, een soort Zwitserlevengevoel, maar in een zuivere worsteling om het waarachtige heil. Wij moeten denken aan het woord van de Heiland uit Joh.9, 4: “Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zo lang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan.” Een gelovige maakt ernst met de tijd, want hij weet dat er een nacht komt. Hij weet, dat hij elk moment kan worden opgeroepen en dan verantwoording moet afleggen. Daarom hard werken, zo lang het dag is.

Dan moet Paulus nog een heel belangrijke reden, waarom wij moeten werken: “want de dagen zijn kwaad”. Wij leven in een kwade tijd. De Psalmdichter van Psalm 49 heeft het er ook al over: “Waarom zou ik vrezen in dagen des kwaads, als de ongerechtigheid van mijn belagers mij omringt?” (vs.6) Waarom zijn de dagen kwaad? Omdat de zonde er heerst. Er is een strijd gaande tussen de machten van het kwaad en de macht van het Licht. Gelovigen worden daarin betrokken, zij worden ten strijde geroepen! De dagen zijn kwaad, daarom moeten we de tijd uitkopen. Zoals Paulus het zegt, kunnen we ook denken aan de verslechtering van de tijd voor de Christenen. Had Christus niet gesproken over de vervolgingen die zouden gaan komen vóór Zijn wederkomst? Die vervolgingen van de Christenen zijn er ook geweest in de Romeinse tijd. Je hoort er nu nóg van in die landen, waar Christenen geen ruimte krijgen en ten achter worden gesteld, soms eindigend in bloedige oorlogen. De grote dag van Christus’ wederkomst is nu nog meer nabij dan toen in de tijd van Paulus. Daarom geldt het nu nog meer, wat Paulus ons toeroept: dat we moeten arbeiden voor de Heer, zodat Hij gauw kan komen! Wij moeten wandelen als wijzen door de tijd uit te kopen, door elke dag zinvol te besteden, in dienst van de Heer, want de dagen zijn kwaad!

Levensmoed is de moed om in de chaos te staan, de chaos van het leven, de wereld, de tijd. De wereld van onze dagen ligt uiteen op een verschrikkelijke manier. De nood is zeer groot: voedseltekorten, overstromingen, aardbevingen.

Laten we alsjeblieft niet zeggen: ach, wat kunnen wij er aan doen?! Het is toch allemaal vergeefs! Wat kunnen wij kleine mensen hier in Nederland nog uitrichten? De apostel zegt: grijpt des te energieker het leven aan! Juist daarom, omdat wij ons zo machteloos voelen. Grijpt de handen ineen, vertrouwend op God, die bij machte is om ons kleine mensjes toch geweldige dingen te kunnen laten doen. Diezelfde God heeft wat voor met deze chaotische wereld. Hij wil er Zijn Koninkrijk in oprichten. Daarom moeten wij niet versagen, niet bij de pakken neerzitten, maar in blijdschap over ons wonderbaarlijke zinvolle bestaan de dag van morgen tegemoet gaan.

Wij staan in een dodelijk tijdsgewricht, ja zeker, de dagen zijn kwaad, in zo menig opzicht. Maar Jezus zegt: “Ik ben de alpha en de omega, het begin en het einde, en zie Ik ben dood geweest, en zie Ik leef en maak alle dingen nieuw.” Juist daarom moeten wij niet versagen en vertwijfelen, want al staan wij in een dodelijk tijdsgewricht, we moeten met Jezus’ hulp de tijd uitkopen en de gelegenheid aangrijpen méns te zijn zoals Jezus mens was vóór ons.

Amen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *