Van oud naar nieuw

“Verblijd u in de hoop, Zijt geduldig in de verdrukking, Volhardt in het gebed !”

“Verblijd u in de hoop, Zijt geduldig in de verdrukking, Volhardt in het gebed !”
Romeinen 12, 12

In de overgang van oud naar nieuw hebben we vooral drie dingen nodig, waarvan Paulus spreekt in onze tekst: blijdschap, geduld en gebed. Wij moeten de lendenen omgord en de lampen brandende houden, net zoals de meisjes die hun heer thuis verwachten na het bruiloftsfeest. Maar dat gaat zo maar niet. Dat wist de apostel van zichzelf. Daar heb je wel olie voor nodig. Die olie geeft de apostel namen: blijdschap en hoop, geduld en gebed.

Als eerste noemt Paulus “blijdschap in de hoop”. De engel had het al tot Maria en de herders gezegd: “Vrees niet! Zie, ik verkondig u grote blijdschap!” Blij zijn met de blijde boodschap, zoals we het Evangelie mogen vertalen: goed nieuws, blijde boodschap. Profeten, apostelen en evangelisten hebben het ons verkondigd, bij herhaling! Toch valt het velen niet mee om echt blij te zijn bij de overgang van Oud naar Nieuw. Daarvoor is er te veel gebeurd in je leven. Het leven dat als een schaduw voorbij trekt. Alles wat waardevol was in je leven is zo langzamerhand afgebroken. Alles is aan vernietiging prijs gegeven. Ook ons lichaam en onze geest, we merken het elke dag, en hoe zal het verder gaan? Hoe kunnen we dat even vergeten, het kwijt raken? Door blij te zijn? Kom nou! Dat moet je dan nog maar kunnen! Door de gedachte dat er nog altijd veel goeds overblijft in je leven? Tel uw zegeningen, ja dat weten we wel, maar ’t is daarom toch niet altijd even gemakkelijk. Je kunt er hooguit in berusten. Het is nu eenmaal zo, je kunt het toch niet veranderen, wij hebben onze tijd gehad, het zij zo. Wij buigen daaronder ons hoofd. Nee, geen blijdschap, aan het eind van het oude jaar en aan het begin van het nieuwe jaar. O nee? En die engel dan? Wat heeft die gezegd? En Gods beloften dan? En Gods toekomst?

Natuurlijk, veel is voorbij gegaan en komt nooit terug. Het stemt ons weemoedig. Heel veel, waar we vroeger van genoten hebben en waarvoor we God kunnen danken . Maar veel komt ook nog! Je kunt zelfs zeggen, dat het beste nog komt! Moeten we ons daar dan niet op verheugen? Met de blijdschap, waarover Paulus spreekt, de blijdschap van de hoop. Ook is het zo, dat wat echt geweest is in het afgelopen jaar nooit voorbij gaat, je neemt het mee in het nieuwe jaar. Alles wat bijvoorbeeld met echte liefde te maken had. Zo nemen we de herinneringen aan onze ouders mee, ons leven lang, en de herinneringen aan de kleinkinderen in het afgelopen jaar en we verheugen ons op nieuwe mooie dingen in het nieuwe jaar. We zeggen er “Amen” op. Ze zijn geborgen bij God, de Eeuwige, Die bij jaar noch eeuwen telt. En dat kan ons niet anders dan blij stemmen! Wij hebben een levende Heer. Hij gaat met ons mee, van Oud naar Nieuw. En dat geeft moed, van weemoed naar moed. We zijn onderweg naar heerlijke dingen, die God ons beloofd heeft. Hij zal eenmaal alles in allen zijn. En wij horen daar dan ook bij. Ja, het beste komt nog! Daarom: verblijdt u in de hoop! Het oude jaar dat we afsluiten en het nieuwe jaar, dat we beginnen brengt ons weer een jaartje dichterbij, bij het grote feest van Gods verschijning hier op aarde en de geboorte van het nieuwe paradijs. Ondertussen leven wij wel in een omgeving, waarin daarvan nog weinig te zien is. En wij moeten daarin verder. Laten we met beide voeten standvastig op de aarde staan en onze blik op oneindig richten, levend uit de hoop, blij zijnd in de hoop, zoals Paulus het ons vanmorgen toeroept. Dat is best een hele opgave. Want wij voelen ons, hoe dichter we bij Jezus staan, des te minder in de wereld thuis. Wij zijn eigenlijk niet “van deze wereld”. Je wordt als Christen hier in Nederland wel niet vervolgd. In Rome, waarheen Paulus zijn brief schrijft, was dat wel anders en in vele landen nòg is dat het geval. Toch heb je ook hier in ons land soms het gevoel van vernedering en onbegrip, als het geloof ter sprake komt. Geloven in Jezus Christus blijft een vreemd element in deze wereld. Het wekt veelal haat en verachting bij anderen op. Heeft Jezus Zelf het al niet gezegd: “Wat ze Mij zullen aandoen zullen ze ook u aandoen”? De wereld spot met geloof en we hadden het kunnen weten! Dat doet pijn. En dat wordt vandaag weer sterker gevoeld, nu het aantal Christenen in ons land sterk is afgenomen. Vroeger was het heel vanzelfsprekend, dat je leefde volgens de Christelijke waarden en normen. Nu geeft dat dikwijls een kramp!

Maar we moeten de moed daardoor niet verliezen! Dat is het tweede ding wat we moeten meenemen van Oud naar Nieuw, zegt Paulus. Weest geduldig in de verdrukking! Eens zal die verdrukking voorbij zijn. Ondertussen moeten we volhardend en getrouw doorwerken naar Gods Koninkrijk toe. In dit verband noemt Paulus ons “mede-arbeiders van God”. Wij mogen meedoen er voor te zorgen dat er aan die verdrukking een eind komt, dat die onvolkomen wereld hier en door iets krijgt van volkomenheid. Dat is toch iets geweldigs! Er wordt hier een taak op onze schouders gelegd, waarmee we aan de slag kunnen. Wij leven van de genade van God en mogen dat ook laten zien! Want adeldom verplicht. Er moet gewerkt worden! Niet dat Gods Koninkrijk er komt door ons toedoen, laten we niet hoogmoedig worden. We blijven maar kleine zwakke schepselen. Wat zouden we ook aan het Koninkrijk van God, zoiets groots en geweldigs, kunnen doen? Maar toch zegt Paulus, dat we mogen “meewerken”. God stelt ons daartoe in staat, vanuit Zijn genade. Hij helpt ons er bij en zegent het werk van onze handen. God wil onze medewerking! In het Oude Jaar hebben we dat op velerlei manier mogen zien, en in het Nieuwe Jaar gaan we er weer tegen aan! Geduldig doorwerkend, de vruchten van de liefde voortbrengend. Misschien niet zo spectaculair, dat iedereen het kan zien. Als God het maar ziet en het wil gebruiken!

Daar is geduldige volharding voor nodig. Steeds maar weer opnieuw beginnen, met vallen en opstaan. Vanuit de aanmoediging van diezelfde Paulus: Overwint het kwade door het goede! Blijdschap in de hoop en geduld in de volharding zijn goede steunpilaren om het jaar door te komen en af te sluiten en een nieuw jaar te beginnen.
 
Maar om dat op te kunnen brengen is er nog iets nodig: gebed! Paulus bedoelt daarmee, dat je contact blijft houden met de Heer. Bij alle tegenslagen en moeiten en zorgen, die ons leven eigen zijn, kun je alleen maar geduldig volharden en blij zijn, als je de Heer niet uit het oog verliest. We moeten blijvend voeling houden met Hem, Hem bevragen, Hem ook om hulp vragen, dat Hij ons de goede weg wijst. Bidden is inkeren tot je zelf en zó met heel je zelf komen tot de Heer. Je moet daartoe ook aan zelfonderzoek doen: wie ben ik, wat doe ik, waaraan ben ik schuldig, hoe kan ik een beter mens worden, waarin ik God meer dienen? En dat leg je allemaal voor God neer, in alle nederigheid. Als kleine mens sta je voor die grote Schepper, in al je naaktheid en schuldigheid. En je vraagt om Zijn genade. En daarin moet je volharden, zegt de apostel. Bidden is niet egoïstisch vragen, het gaat niet om jou, wat jou toekomt. Het gaat om God, wat Hem, toekomt! Laten we dat nooit vergeten. Gods eer is hier in het geding. En wij? Hooguit mogen wij daarin delen.
 
Bidden vraagt volharding. De apostel weet maar al te goed, dat wij het zo gemakkelijk vergeten. Vergeten doe je ook, als je van het gebed een sleur maakt. Bidden vraagt concentratie op de Heer, Hem zoeken en je voor Hem openstellen. Sommigen hebben daarvoor stille tijden ingepland in hun levensritme. Anderen doen gewoon een “schietgebedje” op de fiets of tijdens het joggen. Elke dag hebben we dat gebed nodig. Want elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Ik bedoel: in elke dag is er zo veel kwaad, waarvoor we de kracht van het gebed en de hulp van de Heer zo dringend nodig hebben. Elke dag is er zo veel, waardoor je de blijdschap zou verliezen en het geduld kwijt zou raken, en daarom: bidden om kracht, om geduld, om blijdschap in het vooruitzicht van het beste, dat nog komen moet. Alleen het gebed geeft ons de kracht het Oude Jaar hoopvol af te sluiten en het zal ons in het Nieuwe Jaar geestelijk op de been houden. U kunt het niet missen, geen enkele dag. Het gebed is een wonder. Begrijpen doen wij dit nooit. Het is en blijft een ondoorgrondelijk wonder. Maar tegelijk is het een heerlijke werkelijkheid. Het geeft zo veel mensen moed en kracht om in alle ellende van het leven vol te houden, geduldig, volhardend, de lampen brandende en de lendenen omgord, tot de Heer zal komen.

Wie werkelijk dagelijks in het gebed volhardt, vindt er de kracht in om met blijde moed en stil vertrouwen het nieuwe jaar dat ons wacht in te gaan

Niet klagend, maar dragend en biddend om kracht.

Wij lopen en worden niet moe,
Wij wandelen en worden niet mat! (Jesaja 40, 31)

Amen.

2 gedachten over “Van oud naar nieuw”

  1. Ds. Kroes.
    Ondanks uw omstandigheden wens ik u veel sterkte met de revalidatie.
    Heel veel Heil en zegen voor 2007, ook voor allen die u lief en dierbaar zijn.
    Hopelijk kunt u weer snel aan de site werken.

    Hartelijke groet,
    Iemke

  2. Beste Iemke, bedankt voor je goede wensen! Ik zit inmiddels in een verpleeghuis voor revalidatie, hier in Barendrecht: de Elf Ranken. Het gaat goed met me. Omdat er hier een computer staat voor vrij gebruik kan ik me weer gaan wijden aan de site. Kijk af en toe maar eens! Iemke, ik weet niet wie je bent, maar wie weet komen we elkaar nog eens tegen. In ieder geval ook voor jou Gods zegen toegewenst in het nieuwe jaar, Ds.Kroes.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *