Vals of echt?

Vals of echt?

Jeremia 7

“Echt of vals?” is een actuele vraag. Het heeft te maken met normen en waarden waar we ons in deze tijd  terecht weer op gaan bezinnen. “Echt of vals?” je vraagt je dat soms af in de politiek, in de omgang met elkaar op het werk, op school, in de kerk en thuis. Mijn kleinzoon zei ’t vroeger vaak: “Maar dat is vals!” als ’t er op leek dat zijn grotere broer meer gekregen had dan hij. Dat is oneerlijk! Dat is gemeen! Zo is er veel oneerlijk en gemeen in de wereld. Bijvoorbeeld dat de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armen. En dat rijke en belangrijke mensen meer rechten hebben dan de gewone man. In ieder geval kunnen zij veel makkelijker tot hun recht komen dan arme mensen. En dat is bij ons ook zo. Kijk maar naar de zwervers op straat en naar al die mensen die hun hand moeten ophouden om wat bijstand te krijgen. Het is zeker niet eerlijk, het is gemeen. En dat geldt niet alleen voor mensen, dat is ook ’t geval met dieren. Zij kunnen al helemaal hun mond niet opendoen, als ze gekweld en afgeslacht worden. Gelukkig – zo heb ik gelezen- komt er nu een rechtbank voor dieren, waar de mensen die slecht omgaan met dieren in het strafbankje zitten. Het vervoer van dieren is soms ook gruwelijk. Daar mogen we zeker ook wel wat meer aandacht aan geven!  “Vals of echt?”

Houden we wel echt van dieren, als we soms zo slecht met hen omgaan?

Hervormde kerk BoskoopIn de kerk is dat niet anders. Veel kerkmensen worden door de buitenwacht voor ‘schijnheilig’ verklaard. Gelovige mensen, ach wat: mooi van buiten, maar lelijk van binnen. En daar heb je voor op te passen, ook wij hier vanmorgen in de kerk. Want zo gemakkelijk ontaardt geloof in valse schijn. De profeet Jeremia wist daar alles van en waarschuwt er voor keer op keer. En ook de Heer Jezus heeft die valse godsdienst hevig aan de kaak gesteld. We hebben het gehoord: Hij dreef die mensen de tempel uit en smeet de tafels van hun handel om! Zij lijken ook op elkaar, Jeremia en de Here Jezus. Als Jezus eens aan zijn discipelen vraagt: wie zeggen de mensen dat ik ben? Dan antwoorden zij: Johannes de Doper, Elia en ook Jeremia. Jeremia was ook zo’n mens, die eigenlijk alleen stond en het altijd aan de stok had met zijn medemensen, vooral met de toenmalige ‘high society’: de rijken die de armen verdrukten, de leiding van de kerk die macht uitoefende over de machtelozen. Wees en weduwe en armen werden daar het slachtoffer van. Jeremia wilde het volk terugbrengen tot de normen en waarden van God Zelf. Hij werd daardoor een martelaar. Want de mensen tegen wie hij zich keerde pikten dat niet. Net zoals bij Jezus. De waarheid mag niet gezegd worden. En zo werd Jeremia een man van smarten, die geslagen wordt, veracht, onschuldig, gedood… net als Jezus later.

Het is ook daarom, Gemeente, dat we beide Schriftlezingen naast elkaar hebben gezet. In Jeremia 7 lezen we, hoe Jeremia de opdracht krijgt te gaan staan in de tempelpoort en zich te richten tot de tempelbezoekers. Dit doet ons direct denken aan Jezus die de tempel van al die onwaardige handel bevrijdde. Ze hadden van de echte godsdienst een valse godsdienst gemaakt. Ook een figuur als Johannes de Doper leek op Jeremia. Ook hij kwam op voor het recht der armen en moest dat met de dood bekopen. Zijn hoofd werd op een zilveren schotel de feestzaal van de wereld binnen gedragen… Jeremia en Jezus en Johannes, zij allen richtten zich tegen de toenmalige schijnheilige valse godsdienst. En zij verkondigden de levende dienst aan God door echt met God om te gaan in handel en wandel en Hem trouw en gehoorzaam te zijn en dat te doen wat God Zijn volk geboden had. Mensen moesten terugkeren tot de normen en waarden, door God Zelf vastgesteld. Daar ging het om en daar gaat het nu nog om, denk ik. Natuurlijk, het is niet allemaal fout in de maatschappij en in de kerk. Soms kan de bestaande godsdienst wel goed en zuiver zijn en het geloof van de mensen ook. In Israël zijn er ook best tijden geweest waarin dat het geval was. Maar, Gemeente, vaak is het anders, dan treedt er verval op, het geloof verwatert, het wordt onecht, vals, meer een sleur dan levend en actueel. De godsdienst die in vaste banen is gekomen gaat vaak een eigen leven leiden. Het wordt meer gewoonte dan actief met God bezig zijn. Het wordt allemaal zo vanzelfsprekend, de verwondering is er uit en ook de beweging. Men zit vastgeroest in eigen opvattingen en gebruiken. En “Samen op Weg” is geen uitdaging meer, maar wordt een gevecht waarin ieder z’n stellingen betrekt. Wat is echt en wat is vals?

De gevaren waar een gelovig mens voor moet oppassen, kennen we allemaal wel.

Hooglandse kerk in LeidenDaar is in de eerste plaats de zelfgenoegzaamheid dat je gelukkig en tevreden bent met je zelf en je geloof. De Joden in de tijd van Jeremia dachten ook dat hen niets kon gebeuren, want zij geloofden toch? Maar Jeremia waarschuwt ze in onze tekst: Stelt uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: “Des Heren tempel, des Heren tempel, des Heren tempel is hier!” Het toppunt van zelfgenoegzaamheid: wij hebben de tempel, dat is God, dus kan ons niets gebeuren. Hoort u dat uzelf ook zeggen? “Ik ben gelovig, ik ga naar de Kerk, ik lees in de Bijbel, wat kan er mij dan nog gebeuren?” Daar moeten we echt voor oppassen. Want dat is hoogmoed en verwaandheid, daarmee denken we dat we beter zijn dan een ander.

Er is nog een ander gevaar in ons geloof: de dubbele moraal, het verschil tussen leer en leven, met de mond belijden we God maar in het dagelijkse leven is daar niets van te zien. Op zondag zijn we ó zo gelovig, maar in de week… ho maar! De mensen in Jeremia’s tijd deden ook met alles mee. Wij kennen dat wel: van twee walletjes eten! Luister maar in vers 10:

“Stelen, doodslaan, echtbreken, vals zweren. Baäls achterna lopen… en dan -op sabbat- komen jullie staan voor Mijn aangezicht in dit huis, waarover Mijn naam is uitgroepen, en jullie zeggen: wij zijn geborgen! Terwijl jullie al die gruwelen bedrijven?!”

“Op zondag de geest, door de week een beest….”

Kijk eens naar uzelf, of u daar ook iets van heeft. Ik denk van wel. We moesten ons schamen. Dat is nou echt vals geloof. Het is niet eerlijk tegenover God en ook niet eerlijk tegenover elkaar. Laten we echt zijn, op God letten en op elkaar letten door er voor elkaar te zijn. Want dat is de wil van God!

Een laatste gevaar voor ons geloof zou ik willen noemen: de verstarring. Godsdienst is een systeem geworden. Je trekt een laatje open en je weet van tevoren wat er komt. Woorden, allemaal mooiklinkende frasen. De naam des Heren is een vanzelfsprekendheid geworden, genade is een goed, waar men recht op heeft… de toekomst is vast en zeker!

Augustijnenkerk in DordrechtHiertegenover, Gemeente, preekt de profeet de levende dienst aan de levende God. Hierin is geen valsheid en schijnheiligheid meer, maar heilig ontzag, de vreze des Heren, en bekering, dat is dat je je omkeert van je zondige leven af naar God toe, respect en eerlijkheid tegenover God en je medemens en ook tegenover jezelf, dankbaarheid en blijdschap, en bovenal: geloof, hoop en liefde. En dat je openstaat voor het wonder: dat God je hebben wil en dat Hij je daarom vergeeft, wat je ook misdaan hebt. Wij kunnen dat niet begrijpen. Geloof is niet: een plus een is twee, zo werkt God niet. Het is altijd anders dan je denkt… God gaat met ons Zijn ongekende gang. Dat is een mysterie, waarvan alleen Hij de sleutel heeft. Niemand kan dit natrekken, wat denken wij mensen wel? Waar iedereen denkt, dat God is, daar is Hij niet; en waar niemand Hem verwacht, laat Hij zich vinden.

Als mensen zo doen, zo vals zijn en helemaal niet echt, dan moet daar straf op volgen. Anders leren de mensen het nooit! En zo kondigt Jeremia het volk de straf van God aan. Zo doet Jezus later ook. “Gij hebt het huis van mijn Vader tot een rovershol gemaakt!” Wij hebben het geloof in God tot een farce gemaakt waarover mensen lachen. Jezus keert zich net als Jeremia tegen de vanzelfsprekendheid, de vastgeroestheid en gemakzucht van de gelovigen, de verstarring van de vormen in de kerk, het zelfbedrog en de dubbele moraal, waaraan zoveel Christen lijden. In al die dingen is de echte verering van God zoekgeraakt. In de plaats daarvoor zijn gekomen allerlei menselijke motieven en winstbejag en eerzucht, hoogmoed en eigen belangen, schijnheiligheid. Toe maar, ga zo maar door, breek deze tempel maar af….. “En Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen” zegt Jezus. Hij bedoelt daarmee de nieuwe tempel, de nieuwe godsdienst, die Hij brengt als Hij opstaat uit het graf. Echt geloof, Gemeente, werkelijke verering van God zal alleen daar zijn waar we Christus kennen – dat is met Hem omgaan en naar Hem luisteren, waar ons geloof voortkomt uit de opstanding van Christus en het opnieuw geboren wordt uit de Heilige Geest.

Hervormde Kerk BoskoopBetekent dit nu dat we de kerk maar overboord moeten gooien? Veel stemmen gaan tegenwoordig die richting op. De kerk heeft afgedaan en God heeft ook afgedaan. Maar ik denk dat we zo niet mogen spreken. Je kunt niet zo maar aan de kant zetten waarin mensen twee duizend jaar hun houvast in gevonden hebben. Want als je de tempel en alles wat daarmee samenhangt overboord gooit, heb je nog geen nieuw geloof, geen nieuwe houvast. Nee, je houdt helemaal niets meer over. Je komt in een vacuüm, een luchtledig terecht. Veel mensen is dit vandaag de dag overkomen. Ze zijn stuurloos geworden. Met het geloof zijn ook alle normen en waarden verdwenen. We zien het om ons heen: de verloedering, hoe mensen met elkaar omgaan, alles kan maar en alles mag… Nee, overboord gooien helpt niets. We moeten hervormen, luisteren naar de boeteprofeet, ons stellen onder de kritische boodschap van God. Het is nodig dat daardoor bestaande vormen worden doorbroken, dat er een nieuw elan ontstaat om God te zoeken en elkaar als mensen terug te vinden. Nieuwe wegen om tot God te komen, nieuwe belijdenissen zullen ontstaan. Prima. Maar ook dan liggen de gevaren waartegen Jeremia ons waarschuwt op de loer. Daar moeten we oog voor krijgen, ook in ons persoonlijke geloofsleven. Volmaakt zal het nooit worden, als we dan ook maar niet de schone schijn ophouden. ’t Zit hem niet in uiterlijke dingen, een kerk, een dominee en zo, ’t komt aan op de geest die er van binnen waait.

Echt of vals?  Voor ons een vraag, voor God een weet.

Amen.                             

2 gedachten over “Vals of echt?”

  1. groot gelijk , veel mensen luisteren naar deze wereld ,jaloezie , haat , hebzucht ,losbandigheid , geldzucht ,materialisme, liefde is aan het uitsterven dat is verkeerd , want deze wereld is vals vol leugens en verleidingen , de enige waarheid is jezus christus , alleen jezus liefde kan deze wereld redden , 😀 😀

  2. Beste soldaat van Jezus!
    Bedankt voor je reactie. Je hebt gelijk, de wereld is vol leugens. Daarom moeten we ons op Jezus richten. Hij is de Waarheid, de Zonne der gerechtigheid. “Ik ben de Waarheid en het Leven”. Gelukkig maar, dat dit ook in het nieuwe jaar geldt. Daarom: wees een goede soldaat van Hem! Ds.Kroes.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *