Opgenomen naar de hemel

Vroeger dacht men, dat de aarde een platte pannenkoek was met de hemel daarboven. Wij weten al lang, dat dit beeld niet klopt. Dus zeggen veel mensen: ’t is allemaal onzin met die hemel, die bestaat helemaal niet!

Efeziërs 4, 1-10

We geloven in de hemel, de woonplaats van God. Dat is een oeroud geloof, zowel van Christenen als van Mohammedanen en Hindoes. Hiëronymus van Alphen dichtte heel lang geleden al:

Ik reis naar de hemel
Al ’t aardse gewemel
Verhindert mij niet.

Hoe we ons dat moeten voorstellen, weten we niet. Vroeger dacht men, dat de aarde een platte pannenkoek was met de hemel daarboven. Het versje van Van Alphen gaat ook nog van die voorstelling uit, net als het Bijbelse verhaal van de Hemelvaart van Jezus. Wij weten al lang, dat dit beeld niet klopt. Immers: de aarde is rond, draait om de zon en heeft dus geen vaste stand. In welke richting moeten we dan de hemel zoeken? Dus zeggen veel mensen: ’t is allemaal onzin met die hemel, die bestaat helemaal niet!

Maar wij vieren Hemelvaart, wij geloven wel in de hemel. Wij geloven in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. Ja toch?

De hemel is geschapen, door God, Zo belijden wij het. En de aardse werkelijkheid is verschillend van de hemelse. Maar beide, hemel en aarde, zijn door God in aanschijn geroepen. Hij is de Creator! En Luther voegt er aan toe: ex nihilo, d.i. uit het niets. Hemel en aarde zijn helemaal Gods werk. Maar zó, dat de hemel toch anders is dan de aarde. Wij kunnen ons, vanuit onze aardse werkelijkheid, de hemel dan ook nauwelijks voorstellen. Laten we niet denken aan een wolkenhemel, of aan de lucht met zon, maan en sterren, hoe ver we daarin ook kunnen kijken. Dat blijft toch altijd alleen maar aardse werkelijkheid. De hemel zal heel anders zijn! Wij kunnen het niet bevatten.

De werkelijkheid van de hemel is van God, niet van ons. Nóg niet, want wij zijn nog niet in de hemel. Maar God is er wel. De hemel is Zijn woonplaats. De God in de Bijbel is niet een God van “op bergen en in dalen en overal is God”. Een God Die overal is, is in feite nergens! Maar de God van de Bijbel woont ergens, namelijk in de hemel. En vroeger woonde Hij ook onder Zijn volk Israël, in de tempel. Niet dat de tempel Hem zou kunnen bevatten. Dat wisten Salomo en Paulus ook al, maar God wil toch op een bepaalde wijze in de tempel aanwezig zijn. Hij wist, dat de mensen daar behoefte aan hadden. Vandaar! Maar bevatten kan de tempel God niet. Zelfs de hemel der hemelen kan God niet bevatten, zegt Salomo. Maar Hij woont er wel, op een bijzondere wijze. De hemel is daarom zo heel anders dan de aarde, met zijn zonde en schuld.

Natuurlijk blijven we ons wel afvragen: waar is die hemel dan? Niemand kan die vraag beantwoorden. Want het gaat bij de hemel niet om iets ruimtelijks, eerder om iets geestelijks. Het is een spirituele dimensie! Wij kunnen ons alleen maar voorstellingen maken in de ruimte. Zo zouden we de hemel ook graag in kaart willen brengen! Maar de hemel is iets geestelijks, niet tastbaars of zichtbaars. Het is een belijdenis van je geloof. Buiten je geloof om kun je eigenlijk niet over de hemel spreken. De hemel wordt daarom wel eens een “ontoegankelijk licht” genoemd.

Wat mogen we verder van de hemel weten? Dat Jezus er is, zittende ter rechterhand van God. Wij zingen van Zijn liefelijke Naam, die hemel en aarde verenigt tezaam. Door de eeuwen heen heeft de Kerk beleden, dat Jezus Christus om ons en om onze zaligheid is neer gekomen uit de hemel en mens is geworden. Is gekruisigd, gestorven en begraven, opgestaan uit de doden en ten hemel gevaren. Zo staat het in de geloofsbelijdenis van Nicea. Het voltooide werk van de Heiland wordt afgesloten met de Hemelvaart.

Wat betekent nou die Hemelvaart, als we alles overzien wat Jezus voor ons gedaan heeft? Paulus zegt het zo duidelijk in onze tekst uit Efeze 4: “Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen.” Jezus is opgevaren, Hij heeft de aarde verlaten, wordt opgenomen in Gods hemel. Hij is bij God de Vader, maar Hij is daar om ons en om onze zaligheid! In feite worden wij mét Hem mee verhoogd, van de aarde naar de hemel. Je zou ook kunnen zeggen, dat Jezus in de Hemelvaart de aarde naar God heeft toegebracht. Het gewone aardse leven heeft nu een plaats gekregen bij God Het is het hoogtepunt van Jezus heilswerk, Zijn komst op aarde. Jezus zit nu aan de rechter hand van God Zijn Vader om voor ons op te komen. Hij is daar onze pleitbezorger. Hij regelt daar van alles voor ons! Zoals Hij gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Wij leven voortaan op Gods aarde onder Gods hemel, waar Jezus Christus bezig is om alles tot volheid te brengen.

Dat is de gedachte van de apostel Paulus. Een troostrijke gedachte, niet waar?

Stel je eens voor, dat het laatste wat wij van het Evangelie wisten, alleen een aantal verschijningen van Jezus was zonder dat ons geloof op de hemel was gericht. Dan was het wel heel magertjes geweest! Wat hadden we er aan gehad, voor ons zelf? Maar gelukkig bestaat het Nieuwe Testament uitmeer dan vier Evangeliën. We hebben daar ook nog het boek Handelingen, waarin de Hemelvaart wordt beschreven en het Pinkstergebeuren. We zien daar Jezus opgenomen in de hemel en de Heilige Geest kómen uit de hemel. Jezus maakt plaats voor de Trooster. “Niet als wezen zal ik u achterlaten…” De Evangeliën lopen uit op Handelingen 1 en 2 en dat is prima zó! Jezus gáát, de Heilige Geest komt. Van nu af aan regeert de Heer door Woord en Geest. Jezus zit op Zijn troon. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

De hemel omsluit de aarde zegenend en begeleidend. Wij zeggen dan terecht: “Alle zegen komt van Boven”. Alle gaven en vruchten van de Geest zijn gaven uit de hemel. De Geest Zelf wordt ons door Christus uit de hemel toegezonden. Ons burgerschap is in de hemel, zegt Paulus, en vanuit de hemel verwachten wij onze Heer, vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Zijn Rijk zal geen einde hebben!

Ach, wat weten wij eigenlijk van de hemel af? Op deze manier, zoals ik heb uitgelegd, toch nog heel wat! Als we niet wisten van Jezus’ hemelvaart zou de hemel voor ons een ontoegankelijke en verborgen werkelijkheid zijn. De Bijbel spreekt niet voor niets van de verborgenheid van God en de ondoorgrondelijkheid van Gods daden. Die in de hemel woont, bewoont een ontoegankelijk licht, en ons leven is in Christus verborgen in God, en een wolk onttrekt Jezus aan de ogen van de mensen. Maar juist zó komt er ruimte voor de Heilige Geest en ons geloof, hemelvaartsgeloof: gij zult de hemel geopend zien… Dat is toekomstmuziek. Voorlopig ligt onze zaligheid in het niet zien en nochtans geloven: in Hem gelooft gij zonder hem thans te zien!

Wij leven in de tussentijd, de tijd tussen Jezus’ komst en Zijn terugkomst. Dat is de tijd van de Kerk Op Hemelvaart volgt Pinksteren. “Gij zult Mijn getuigen zijn”. Getuige betekent belijder. Het Griekse woord kan ook “martelaar” betekenen. De martelaren werden door de eerste Christenen als de ware belijders beschouwd. Jezus heeft op aarde geleden, nu moeten Zijn discipelen Zijn getuigen zijn en lijden. Dat zou je de opgave van Hemelvaart kunnen noemen. Maar we krijgen daarbij ook een gave: de Heilige Geest. Gaven en vruchten van de Geest, waarbij de liefde voorop staat.

Denk niet, dat Hemelvaart het einde is. Nee, nu begint het pas goed! Discipelen worden apostelen. Ze gaan Jeruzalem binnen, en Galilea, de hele wereld door. En de Geest waait waarheen Hij wil en Hij gebruikt mensen voor Gods werk. Hemelvaartsmensen zijn uitgezonden mensen, vol verwachting uitziende naar de wederkomst van Christus, maar ondertussen hard aan het werk hier op aarde, ingeschakeld door de Heer daar Boven om alles tot voleinding te brengen.

Tenslotte zullen we eens mét Christus zijn. Zó moeten we de hemel verstaan. In de hemel zijn is mét Christus zijn en mét Christus zijn is in de hemel zijn. Daarom mogen we best zingen: Boven de starren, daar zal het eens lichten. Of: in de hemel is het schoon! Die schoonheid komt ook eens op aarde, als de aarde gezuiverd zal zijn van alle onrecht en onderdrukking, wanneer de stad van God, het nieuwe Jeruzalem, zal zijn neergedaald uit de hemel.

Op hemelvaartsdag keken de discipelen naar de hemel en dat doen wij ook. Maar onze blik wordt door Christus teruggebogen naar de aarde, naar plek waar we Hem dienen mogen.

Ach, wat geeft het ook? Boven of beneden? In de hemel of op aarde? Het zijn maar menselijke begrippen. We kunnen ze in onze geloofsbelijdenis niet missen. Maar Pasen en Hemelvaart en Pinksteren willen ons eigenlijk alleen maar zeggen, dat in Christus alles wonderbaarlijk goed terecht komt. Hij vervult, Hij voltooit, Hij redt alle dingen, ook u en mij en de gehele wereld.

Amen.

2 gedachten over “Opgenomen naar de hemel”

  1. Beste dominee Kroes,

    Het was fijn dat u vanmorgen in Goudriaan in ons midden was. Uw enthousiasme maakt mij en anderen ook enthousiast. Het was goed om te filosoferen over de hemel. Er waren een paar punten die me extra bezighielden. Vanwege het feit dat u een eigen website hebt, kon ik de preek nog eens nalezen. De website ziet er overigens mooi en verzorgd uit. Dat het tot zegen mag zijn voor velen! Maar nu mijn vraag: Wilt u aan mij nog eens uitleggen wat u bedoelt met ‘Een God die overal is, is in feite nergens!De God van de bijbel is niet een God van ‘op bergen en in dalen en overal is God’. Ik leg dit lied altijd als een soort troost uit: In wat voor omstandigheden we ook verkeren, Hij is er altijd bij! Hij heeft bemoeienis met elk van ons persoonlijk. Dit heb ik al zo vaak in mijn leven ervaren. Op bergen en in dalen!
    In de tweede plaats wil ik iets delen met u. U schrijft in uw preek: ‘Voorlopig ligt onze zaligheid in het niet zien en toch geloven…’Daarnaast spreekt u ook over: ‘Het gaat bij de hemel niet om iets ruimtelijks, eerder om iets geestelijks, niet tastbaars of zichtbaars.’Dit is niet voor iedereen waar! Een aantal jaren geleden heb ik een openbaring gehad. Het duurde precies 7 dagen. God is op een bijzondere manier met mij aan het werk geweest. Ik heb de opdracht gekregen om alles wat ik zag en hoorde op te schrijven. Halverwege de week, na heel veel bijzondere dingen gezien en gehoord te hebben, heb ik aan God gevraagd: Heer, als u het nodig vindt dat ik nog een keer bevestigd wordt dat alles wat ik tot nu toe meegemaakt heb van U komt, wilt U dan een tipje van de sluier van Uw heerlijkheid oplichten? De Heer heeft mij toen een kijkje gegeven in de hemel. Het was schitterend. Toen ik aan tafel ging zitten en het mijn vrouw verteld had sloeg ik de bijbel open. Hij viel open bij het laatste bijbelboek. De hele bladzijde werd wazig, maar twee teksten ‘dreven’ er bovenuit. Het waren de verzen 18 en 21 van Openbaring 22. Ik zei tegen mijn vrouw: Dit was het, precies zoals het hier beschreven staat. Een kijkje in de hemel/het nieuwe Jeruzalem. Ik dank God bijna iedere dag voor dit voorrecht. Later heeft hij mij nog eens iets van zijn heerlijkheid getoond. Voor sommigen geldt dus echt: Niet alleen geloven, maar ook zien! U begrijpt: Ik ben een gelukkig mens die leeft in de zekerheid dat er iets geweldigs voor ons is toebereid! Geprezen zij de Heer!

    Een hartelijke groet van een gemeentelid uit Goudriaan.

    Mari Dame.
    0183-582490

  2. Geachte Mari,

    Hartelijk dank voor uw mailtje. U draagt daar inderdaad stof aan om nog verder over de hemel na te denken en ook te spreken. “Op bergen en in dalen…..” inderdaad een prachtig lied. Maar ik begrijp wel, waarom het niet in het Liedboek is opgenomen. Omdat er een gevaar in zit van “natuurgeloof”. Wij mogen wel overal God aanroepen, op bergen en in dalen, maar dat betekent toch niet dat Hij daar IS. Hij IS in de hemel, maar gelukkig wel voor mensen bereikbaar door Jezus Christus de Heer. Hij IS ook in onze Here Jezus, maar toch niet in mij of in mijn poes of in die prachtige bloeiende boom? Al die mooie en lieve “dingen” verwijzen wel naar Hem, Die de Maker is, maar Zelf woont Hij in Zijn eigen “dimensie”, wat wij “hemel” noemen. Er zijn mensen, die zeggen: ik ga wel wandelen in de natuur, daar heb de kerk niet voor nodig (Om bij God te zijn). “Op bergen en in dalen………….” Maar wat vind je dan? Je moet dáár zijn en zoeken, waar God te vinden is: in Zijn Woord, in Christus, ook in de Kerk (=de gemeenschap der gelovigen). Kijk, zó heb ik het bedoeld!

    Overigens ben ik blij, dat u op zo’n bijzondere wijze contact hebt gehad met de “hemel”,. Dat moet een heel bijzondere gewaarwording geweest zijn! Houd het heel dicht bij u! En wees er ook een getuige van! Met hartelijke groet, God zegene u, ds.Kroes.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *