De vierde zus

Alie is gevoelig voor stemmingen en sfeer op de woning. Zij houdt van rust. Als het rustig is, zit Alie vaak in haar rolstoel met een tevreden blik op haar gezicht en wiegt zachtjes heen en weer. Ook loopt zij dan zelfstandig heen en weer tussen haar rolstoel en de badkamer, met een grote glimlach op haar gezicht.

Bij mijn vrouw thuis waren vier zussen en geen broers. Ze woonden op de Meenweg in Apeldoorn, een stil straatje, nog van zand, vlak bij de Tol, waar de éne weg naar Deventer ging en de andere naar Zutphen. Toen ik de jongste zus, Tilly, leerde kennen, was de oudste, Anke, net getrouwd. Ans was nog thuis, en de vierde zus, Alie, was enkele jaren geleden opgenomen in Groot Schuilenburg, omdat zij verstandelijk gehandicapt is. Groot Schuilenburg is pas nog in het nieuws geweest (TV), omdat daar in de oorlog (in 1944) zo’n 1200 Joodse patiënten met 50 personen verplegend personeel door de Duitsers zijn weggevoerd.

Vier zussen

Anke, Ans, Tilly en Alie met vader en moeder

Over Alie wil ik wat opschrijven. Zij is altijd een beetje uit ons zichtveld gebleven, hoewel wij haar regelmatig opzochten. Toch hoort zij echt bij de familie en krijgt zij daarom een plek in ons familiehoekje op de website. Ik zoek wat oude foto’s op en maak dankbaar gebruik van het “Persoonlijke Plan” zoals dit in maart van dit jaar over Alie is opgesteld. Dit laatste is gebeurd in de Willem van de Bergh-Stichting in Noordwijk, waar Alie al zo’n 32 jaar te gast is. Zo’n Persoonlijk Plan is een fors document van 22 pagina’s, waarin Alie van alle kanten  wordt belicht. Er wordt geschreven over haar ontwikkeling (levensgang), haar vaardigheden, de zelfverzorging, haar dagelijks leven, dagbesteding, gezondheid, sociale contacten, familiebanden, contacten met professionals. Dan krijgen we enkele hoofdstukken, waarin Alie zich zelf aan ons voorstelt: “Dit ben ik”, en “Zo zie ik mijn toekomst”. Tenslotte komen de begeleiders aan het woord: “Zo gaan we het doen”, waarna een hele reeks afspraken volgen.

Om u een indruk te geven van haar persoonlijkheid en hoe met haar wordt omgegaan in de Willem van de Bergh-Stichting laat ik onderstaand een gedeelte van het hoofdstuk “Wie ben ik” volgen.

Dit ben ik
Alie Hanschke (11-01 -1936)

Hoe zie ik mezelf
Naar ons idee is Alie zich niet bewust van haar eigen identiteit. We denken niet dat Alie echt een zelfbeeld heeft ontwikkeld.
Zij reageert op wat er met haar of in haar directe omgeving gebeurt, vanuit haar behoefte op dat moment.
Alie haar wil is sterk afhankelijk van hetgeen zij wil. Alie heeft duidelijk een eigen wil. Wil zij wandelen, dan kan haar wil behoorlijk sterk zijn. Zij pakt dan de groepsleiding stevig vast en dwingt je tot een wandeling. Wanneer Alie iets niet wil of iets haar te lang duurt, dan maakt zij dit duidelijk door ontevreden geluiden (hard en hoog) te maken.

Wat vind ik fijn
Alie is gevoelig voor stemmingen en sfeer op de woning. Zij houdt van rust. Als het rustig is, zit Alie vaak in haar rolstoel met een tevreden blik op haar gezicht en wiegt zachtjes heen en weer. Ook loopt zij dan zelfstandig heen en weer tussen haar rolstoel en de badkamer, met een grote glimlach op haar gezicht. Als Alie vrolijk is, lacht zij veel (soms hardop) en beweegt zich dan ontspannen heen en weer. Alie vindt douchen over het algemeen erg prettig, met name wanneer zij alleen met de groepsleiding in de badkamer is en er geen harde muziek op staat.
Alie vindt het erg prettig dat zij iedere morgen mag uitslapen en ontbijt op bed krijgt. Soms vindt zij het ook fijn om na het middageten of als het druk is op de woning een tijdje naar haar kamertje te gaan om te rusten. Zij luistert dan graag naar een rustig muziekje. Alie geniet ook erg van individuele aandacht.

Wat vind ik minder fijn
Alie houdt niet van drukte en als dit langere tijd aanhoudt (bijv. drukke medecliënten of harde muziek),wordt Alie ook druk. Zij maakt dan harde en hoge geluiden, beweegt zich druk heen en weer en heeft een ontevreden gelaatsuitdrukking. Soms gaat zij zichzelf hierbij ook in het gezicht slaan.
Soms is Alie bang voor enkele drukke medecliënten met onvoorspelbare bewegingen en geluiden. Zij schrikt dan en gaat dan in haar rolstoel zitten. Ook is Alie erg gevoelig voor intonatie. Het is belangrijk dat zij rustig benaderd wordt en dat men rustig tegen haar praat. Als je dit niet doet, schrikt zij erg en
maakt dan een beweging alsof ze wil voorkomen dat ze geslagen wordt.
Alie vindt het aan en uitkleden, met name in de ochtend, niet meer zo prettig. Ze kan erg onrustig en angstig worden. Het is belangrijk dat zij dan een juiste en rustige begeleiding krijgt.

Waar ben ik goed in
Alie kan met enige hulp zelf eten en drinken. Met het brood eten, wordt haar brood door de groepsleiding in stukjes gesneden en pakt zij het brood stukje voor stukje met haar handen. Het warme eten eet ze zelf. Alie maakt gebruik van een eetkom zodat ze het eten tegen de rand kan scheppen. De groepsleiding moet haar wel in de gaten houden dat Alie haar bord goed leeg eet en ze niet gaat proppen. De laatste jaren heeft Alie hierbij steeds meer begeleiding nodig. Soms moet de groepsleiding de maaltijd geheel overnemen. Ahe kan redelijk zelfstandig drinken, zij heeft hier steeds meer hulp bij nodig. Alie maakt zowel bij eet- en drinksituaties gebruik van een rolstoelblad.
Bij het aan- en uitkleden heeft zij volledige hulp nodig. Wel kan ze zelf een arm in een armsgat steken en een been in een broekspijp. Dit gaat het laatste jaar wel moeizamer, wat te maken kan hebben met haar stijfheid enlof achteruitgang. Alie kan zich niet zelf wassen en afdrogen. Tijdens het douchen houdt zij de douchekop vast en gaat hiermee over het algemeen rustig op een douchestoel zitten.

Wat kan ik nog leren
De begeleiding van Alie is niet meer ontwikkelingsgericht. Door haar leeftijd en verstandelijk vermogen is de insteek van haar begeleiding vooral gericht op het in stand houden van de vaardigheden die zij al bezit.

Met wie ga ik om / wie is voor mij belangrijk
Alie heeft geen sympathie of antipathie voor bepaalde mensen, dit geldt zowel voor de groepsleiding als haar medecliënten. Alie maakt weinig tot geen contact met medecliënten. Met de groepsleiding heeft Alie wel goed contact. Zij zoekt regelmatig contact met hen d.m.v. je arm vastpakken om samen te gaan wandelen of door bij je op schoot te gaan zitten.

Wat is voor mij belangrijk
Gezien Alie haar achteruitgang is het belangrijk dat het duidelijk is wat je aan haar vraagt. Dit kun je bereiken door niet teveel informatie tegelijk te geven en benoemen wat je doet. Alie is trager in haar handelen en dus ook trager in het oppakken van informatie die zij te verwerken krijgt. Zij zal steeds minder begrijpen van de informatie die zij krijgt. Alie legt verbanden tussen voorwerpen en activiteiten.

Als je zo’n stuk leest, krijg je bewondering voor de zorg en de kundigheid, waarmee daar op de Mandarijnenlaan 14 te Noordwijk met de “bewoners” wordt omgegaan. Het is hartverwarmend! Wij als familie zijn daar ook zeer dankbaar voor.

Wij herinneren ons nog goed, hoeveel moeite en zorg de ouders aan Alie hebben besteed, toen zij nog jong was en thuis verbleef  Daar was nog geen professionele hulp, je moest het allemaal maar zelf uitzoeken en uitvinden. Alie had een eigen kamertje, prikkelarm gemaakt, want zij bezeerde zich aan alles, maakte ook alles kapot en sloeg zich zelf tot bloedens toe op het hoofd. In de schuur had vader een schommel gefabriceerd, die heel wat hebben kon, want tegen zo’n wildebras was niet veel bestand. Gelukkig woonden zij in een apart huis met een flinke tuin, zodat het geluid van Alie de buren niet tot last was. En Moeder maar wassen, elke dag opnieuw en bordjes eten klaar maken, want Alie had altijd trek (vooral in zure haring!). Tot Moeder niet meer kon. Zij kwam te liggen door een maagontsteking en de huisarts gebood dat Alie het huis uit moest. Dat was een groot drama! Gelukkig voelde Alie zich snel thuis op Groot Schuilenburg. Elke week konden we haar bezoeken en later zelfs een dagje naar huis halen, achter op de fiets! Later, in 1976, toen Moeder Hanschke naar Haarlem was verhuisd, konden we Alie geplaatst krijgen in de Willem v.d.Bergh-Stichting. Tilly en ik woonden toen ook in Haarlem. Elke zaterdag haalden we haar naar ons toe. Moeder ging dan ook mee. Toen we in 1978 naar Goes verhuisden en Moeder ook daar een mooi flatje kon gaan betrekken, bleven we elke maand een dagje naar Noordwijk gaan om Alie te bezoeken. En dat is nu nog zo.

Ja, de vierde zus, is een hoofdstuk apart in onze familiegeschiedenis! Zaterdag (17 mei) gaan we er weer heen, alle drie zussen, want het is dan “familiedag” en we nemen afscheid van Harriet Waaijer, die heel lang als mentrix voor Alie heeft gezorgd.


Meer foto’s…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *